Toets werkwoordspelling

Oefentoets werkwoordspelling

Alles door elkaar inclusief Engelse werkwoorden.
(De toets bestaat uit 12 zinnen)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets werkwoordspelling

Alles door elkaar inclusief Engelse werkwoorden.
(De toets bestaat uit 12 zinnen)

Slide 1 - Slide

Gisteren (rijden) er geen treinen tussen Hengelo en Almelo.
A
rijdden
B
reedden
C
reden
D
rijden

Slide 2 - Quiz

Het oude Egypte (worden) vroeger door drie landen (begrenzen).
A
werden, begrensd
B
werd, begrensd
C
werden, begrenst
D
werd, begrenst

Slide 3 - Quiz

De (teleurstellen) leerling liep boos het lokaal uit.
A
geteleursteldde
B
teleurgesteldde
C
teleurgestelde
D
geteleurstelde

Slide 4 - Quiz

Het document (worden) morgen op school (bezorgen).

A
werd, bezorgd
B
word, bezorgt
C
werd, bezorgt
D
wordt, bezorgd

Slide 5 - Quiz

In het verleden (haten) dit volk de president.
A
hate
B
haatte
C
haten
D
haatten

Slide 6 - Quiz

(Vinden) je vriend die toetsen ook zo moeilijk?
A
Vindt
B
Vind
C
Vond
D
Vondt

Slide 7 - Quiz

De docent (deleten) gisteren alle Wordbestanden.
A
delette
B
deleteten
C
deletete
D
delete

Slide 8 - Quiz

De afgelopen winter (sauzen) ik de
zolder en mijn vrouw heeft het houtwerk (verven).


A
Sauste, geverfd
B
sauzde, geverft
C
sausde, geverfd
D
sauste, geverft

Slide 9 - Quiz

(Bereiden) je moeder het eten altijd of (doen) jij dat?
A
Bereidt, doe
B
bereid, doe
C
Bereidde, deed
D
Bereide, deed

Slide 10 - Quiz

Mijn vader (hangen) gisteren zijn (vergroten) poster aan de muur.
A
hangde, vergrootte
B
hangde, vergrote
C
hing, vergrootte
D
hing, vergrote

Slide 11 - Quiz

Gisteren (downloaden) het meisje een aantal films van YouTube.

A
downloade
B
downloadt
C
downloadde
D
downloadden

Slide 12 - Quiz