... weet je wat je kunt verwachten van de toets spelling & formuleren;
... heb je jouw kennis van de werkwoordspellingregels herhaald.
Slide 3 - Slide
Toets spelling & formuleren (2x)
Spelling: werkwoordspelling, hoofdletters, leestekens, meervouden, verkleinwoorden, tussenklank in samenstellingen, aan elkaar of los, liggend streepje, -e of -n
Formuleren: zinnen begrenzen en verwijzen
Globaal idee van de toets: toepassen van de spellingsregels én fouten in een tekst kunnen herkennen
Spiekbriefje met deel van de theorie
Slide 4 - Slide
docs.google.com
Slide 5 - Link
Planning spelling & formuleren
Vandaag
7.1, 7.2, 7.3: werkwoordspelling
Les 2
Werkwoordspelling
Les 3/4
7.4, 7.5, 7.6 en herhalen formuleren 5.1
Les 5
7.7, 7.8, 7.9
Les 6
7.12 en formuleren 5.3
Les 7
Formuleren 5.5
Les 8
Lezen en oefenen
Slide 6 - Slide
Planning
Vandaag
7.1, 7.2, 7.3: werkwoordspelling
Les 2
7.4, 7.5, 7.6
Les 3/4
7.7, 7.8, 7.9 | 7.12 en herhalen formuleren 5.1
Les 5
Formuleren herhalen, 5.3 en 5.5
Les 6
Oefenen
Slide 7 - Slide
Even opfrissen
Waarom is het belangrijk om de ww-spellingregels te kennen?
Waarom klopt de volgende zin niet?: 'Ik lopen gisteren op straat.'
Wanneer gebruik je 't kofschip x?
Hoe spel je de gebiedende wijs?
Hoe spel je het onvoltooid deelwoord?
'De vergrootte foto' klopt niet. Welke spellingsregel is van toepassing?