les 8: § 7 Aanpassingen bij dieren

Ecologie
Online les 8
§ 7 Aanpassingen bij dieren
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ecologie
Online les 8
§ 7 Aanpassingen bij dieren

Slide 1 - Slide

Voordat we naar de nieuwe leer doelen gaan.
Eerst even terugblik naar vorige les.
Successie, pioniersecosysteem en climaxecosysteem.

Even een vraag ter controle: 

Hulp/uitleg nodig bij B 6 en 10? 
Vraag dan straks even om uitleg via de chat.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze les:
-Je moet bij dieren aanpassingen aan de biotoopkunnen beschrijven.


Slide 3 - Slide

Aanpassingen van dieren

Dieren hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben.


Denk aan wat je hebt geleerd bij evolutie.


We gaan nu kijken naar aanpassingen water/land-dieren, poten van zoogdieren en van vogels, en naar verschillen in snavels. 



Slide 4 - Slide

Waterdieren-landdieren
-Kieuwen en vinnen
-Lichaamsbouw

Slide 5 - Slide

ademen door longen
ademen door kieuwen

Slide 6 - Slide

Huid met haartjes
huid met schubben en slijm

Slide 7 - Slide

Dieren in water kunnen groot worden
worden door het water gedragen

Slide 8 - Slide

stevige poten
zwaar skelet en stevige poten

Slide 9 - Slide

Landdieren
-Stevige botten
-Poten (zoolgangers, teengangers, topgangers)

Slide 10 - Slide

Poten van zoogdieren
zoolganger

Slide 11 - Slide

teenganger
hoefgangers/topgangers

Slide 12 - Slide

Vogels
-Poten
-Snavels
-Veren

Slide 13 - Slide

Poten vogels
op een tak kunnen staan

Slide 14 - Slide

poten met klauwen
om hard mee te kunnen lopen

Slide 15 - Slide

lopen in ondiep water
poten met zwemvliezen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

kegelsnavel
pincetsnavel

Slide 18 - Slide

haaksnavel
zeefsnavel

Slide 19 - Slide

Priemsnavel

Slide 20 - Slide

Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Slide 21 - Quiz

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen

Slide 22 - Quiz

Hoe komt het dat dieren in het water zo ontzettend groot kunnen zijn?
A
ze hebben veel te eten
B
het water draagt hen
C
ze hebben hele grote botten

Slide 23 - Quiz

Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Aan de slag met biologie voor jou.
timer
30:00
Laatste 10 minuten sluiten we klassikaal af. 
Zorg er voor dat je dan weer in deze vergadering (les) zit.
Leerdoelen
-Je moet bij dieren aanpassingen aan de biotoopkunnen beschrijven.
Kun je bereiken door:
Je kunt mij vragen stellen en elkaar helpen via teams (team klas + MN + datum van deze les).
-Te lezen / bestuderen de tekst van B7.
-Te maken: B7 opdr 23 t/m 26. 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
De xtra uitleg (video's) uit deze lessonup door te nemen.

Slide 26 - Slide

Extra uitleg ecologie + afsluitende vragen.
De volgende 4 dia's bevatten extra uitlegmateriaal.
Je kunt ze vooraf bekijken of gebruiken als je een onderdeel/opdracht niet snapt. 

Daarna nog 7 vragen ter afsluiting van deze les. 

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Dit is een uitlegserie van snapput.
Uitleg video van snapput: klik op deze link: SNAPPUT.

Slide 31 - Slide

Hoe ademen vissen?
A
door longen
B
door kieuwen

Slide 32 - Quiz

Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen

Slide 33 - Quiz

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 34 - Quiz

Welke dieren hebben een zwaarder skelet?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 35 - Quiz

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 36 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving

Slide 37 - Quiz

Laatste vraag:
Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 38 - Quiz

Tot de volgende keer.

Blijf bij met je werk dus zorg er voor dat de opdrachten voor de volgende les af zijn.

Je mag deze les (teams) nu verlaten.

Je kunt deze les terugvinden in lessonup bij je klas.

Slide 39 - Slide