H4 Thema 6 basisstof 1+2

Biologie
WELKOM!
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biologie
WELKOM!

Slide 1 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Basisstof 1: Zintuigen


Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bewegings-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Binas 88A
Zintuigcel
Effector
Centraal zenuwstelsel
Bewegings zenuwcel
Gevoels zenuwcel

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Bij wie hebben de reukzintuigcellen de laagste prikkeldrempel voor geur?

A
Hond
B
Mens

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is de prikkeldrempel bij gewenning hoger of lager geworden
A
hoger
B
lager

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Match de adequate prikkel met het juiste zintuig
druk
zwaarte-
kracht
smaak-
stof
licht
lichte 
aanraking
drukzintuig
gezichts-
zintuig
evenwichts-
zintuig
smaakzintuig
tastzintuig

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Prikkel
Receptor
Impuls
Hersenen
Impuls
Effector

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 2: Het Oog
Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Langs welke onderdelen schijnt het licht als het in het oog valt?  Zet ze in  de goede volgorde.
glasachtig lichaam 
lens  
hoornvlies
netvlies 

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Het vaatvlies zorgt voor :
A
traanvocht
B
voeding en zuurstof
C
aansturing
D
stevigheid

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de buitenste doorzichtige laag van het oog?
A
Glasachtig lichaam
B
Netvlies
C
Hoornvlies
D
Pupil

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Over welk soort zenuw gaat
een impuls van oog naar hersenen?
A
gevoelszenuw
B
bewegingszenuw

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
vaatvlies
B
netvlies
C
harde oogvlies

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Gele vlek
A
Het deel van het oog waar de oogzenuw het oog verlaat en waarmee men niets kan zien.
B
Gedeelte van het netvlies, waarop voornamelijk kegeltjes zijn geconcentreerd.
C
Het doorzichtige deel van het oog dat tussen de lens en het netvlies ligt.
D
Het grootste deel van de menselijke hersenen, dat bestaat uit de linker- en rechter hersenhelft.

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Je loopt van buiten naar binnen, je pupillen vergroten, hoe verloopt deze reflex?
A
impulsen gaan van je oog, naar het CZS (grote hersenen) en vervolgens naar de spiertjes rond je pupil
B
de impulsen gaan van je oog, naar het CZS (je hersenstam) en dan naar de spiertjes in rond je pupil
C
de impulsen gaan van je gevoelszenuwcellen in je oog, direct naar de bewegingszenuwcellen rond je pupil

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Link

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions

Slide 47 - Link

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 48 - Slide

This item has no instructions