H1 par 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Mavo 2

Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)

Aan het einde van de les weet je;

- Hoe het ging met de Nederlandse economie.

- Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk..

- Welke nieuwe ideeën er ontstonden.

Mavo 2

1.1 De pruikentijd

De Nederlandse economie

Tijdens de Gouden eeuw verdienden Amsterdamse handelaren veel geld.

Tussen Utrecht en Amsterdam staan langs de rivier de Vecht veel mooie oude huizen met prachtige tuinen.

Mavo 2

Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)

Door de Gouden Eeuw zijn er in de 18e eeuw veel rijke handelen in Nederland. 

Toch gaat de economie heel erg achteruit: de nijverheid gaat slechter en de VOC maakt steeds minder winst, werkloosheid groeit. 

Geldbanken doen het wel goed: rijke mensen lenen geld aan de bank tegen een rente

Rijke mannen droegen een pruik!

Mavo 2

Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)

1e stand

2e stand

3e stand

Adel

Geesteijken

Boeren en burgers

Leg uit wat de tekenaar hiermee bedoeld zou hebben.

Een spotprent uit 1789

over de drie standen. Onder de

prent staat: ‘Men mag hopen

dat dit spel binnenkort voorbij

zal zijn.’

Mavo 2

Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)

Nieuwe ideeën

Lange tijd was het normaal om te doen en te geloven wat de koning zei.

Vanaf de 18e eeuw (1700-1800) komen er mensen die daar verandering in willen. Zij willen dat iedereen gelijke rechten krijgt (mensenrechten) en dat er een democratie (volk beslist) komt.

Er moest daarom een grondwet komen waarin stond wat de grondrechten zijn van de burgers. Een rechtbank moest controleren of iedereen zich daaraan hield!

Mavo 2

Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)

Aan de slag!

- Lees blz. 8 en 9 ib

- Maak de opdr. in de gedeelde LessonUp.

- Lees blz. 8 en 9 IB en maak WB. vraag 1 t/m 5 blz. 8 en 9.

Sleep de woorden naar de goede plaats.

Voor de 18e eeuw was het normaal om te geloven wat de .............................   zeiden.  

Maar in de ......................... wilde een groep mensen dit niet meer. Steeds meer mensen vonden dat iedereen ................................... geboren was en vonden daarom dat iedereen dezelfde ........................... moest hebben. Dit noemen wij ..................................... .

Ook wilden ze dat het ............................ zou beslissen. Zo'n bestuur heet een ........................... .

Er moest een grondwet komen waarin staat hoe het land geregeerd moest worden en wat de grondrechten zijn van de burgers. Mensen wilden ook een ....................................

waarin iedereen, ook de ........................................, zich aan de wet moest houden.

koning en geestelijken

18e eeuw

gelijk

mensenrechten

rechten

volk

democratie

rechtsstaat

koning

Wat hoort bij welke stand?

1e stand

2e stand

3e stand

Adel

Belasting betalen

Geestelijken

Leiding geven aan het leger.

Wonen in kastelen en betalen geen belasting.

Mis voordragen in de kerk.

Hebben kloosters en veel grond.

Boeren en burgers

Herendiensten verrichten

Rijke mensen, middenstanders en arme mensen.

Grootste gedeelte  van de bevolking

Sleep de kenmerken naar de juiste standen

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

De geestelijken

De adel

De boeren

Moest vechten

Moest werken

Moest bidden

Open de opdracht in de volgende slide. Plaats hieronder het screenshot.

learningapps.org