fictie opdr. 5

Fictie
opdracht 5: Gedicht

ELO
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie
opdracht 5: Gedicht

ELO

Slide 1 - Slide

Gedicht/Poëzie
Wat weet je nog over een gedicht?
 Schrijf de kenmerken van een gedicht op in je schrift/laptop.


Slide 2 - Slide

vorm van een gedicht
Hoe kan een gedicht eruit zien?

Slide 3 - Slide

Hoe begin je aan een gedicht?
-> maak een woordweb over het thema
-> zoek foto's/afbeeldingen over het thema voor inspiratie

Slide 4 - Slide

wat is beeldspraak?
- een vergelijking maken
- een metafoor gebruiken

Slide 5 - Slide

vergelijking:
- Hij was zo bang als een konijn.
  = object                           = beeld
- Haar rode haren waren zo mooi als een vlammenpracht.

- Die voelde zich zo vrij als een vogel.

Slide 6 - Slide

metafoor
- Haar rode haren waren zo mooi als een vlammenpracht.
       = object                                                                      = beeld

Bij een metafoor noem je alleen het beeld:
    -> Daar stapt die vlammenpracht binnen.
                                             beeld

Slide 7 - Slide

enjambement H4.2 - blz. 102
Niks aan
Nu gaan we dus zoenen. Geen flauwekul, het was
afgesproken dat we dat nu zouden doen.

-> Wat gebeurt er bij deze dichtregels?

Slide 8 - Slide

Lees in de ELO opdracht 5
Start met het woordweb! (op de laptop)
Morgen je woordweb meenemen naar de les.

Slide 9 - Slide

inleverdatum opdracht 5
vrijdag 25 maart !!

Slide 10 - Slide