Basisstof 1 Ongeslachtelijke voortplanting

H2: Voortplanting
BS 1: Ongeslachtelijke voortplanting
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

H2: Voortplanting
BS 1: Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de gebeurtenissen tijdens de celcyclus beschrijven en toepassen.
  2. Je weet dat door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die identiek zijn aan de ouder.
  3. Je kunt standpunten over klonen van organismen toelichten met ethische en biologische argumenten 

Slide 2 - Slide

Celdeling
Celdeling
  • Gewone celdeling
  • Kopie van een cel maken
  • Noemen we ook mitose

Celgroei
  • De dochtercel wordt net zo groot als de moedercel

Slide 3 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Er vindt geen uitwisseling van DNA (genetische informatie) plaats
  • De nakomelingen hebben exact dezelfde eigenschappen als de ouders

Slide 4 - Slide

  • Ongeslachtelijke voortplanting levert snel veel nakomelingen op.
  • Alle nakomelingen zijn identiek, probleem bij verandering van omgeving.

Cavendish-banaan

Slide 5 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting levert bij organismen een nakomeling op met hetzelfde genetisch materiaal als de ouder. Ongeslachtelijke voortplanting vereist dus geen seks.

Slide 6 - Slide

Celdeling


Spiraliseren en despiraliseren van het DNA

Slide 7 - Slide

Celdeling
 1 moedercel (2n = 46)
  

2 dochtercellen (2n = 46)

Kerndeling = Mitose
Groei cel = plasmagroei

Slide 8 - Slide

Celcyclus
  • M-fase: mitotische fase (kerndeling)
  • Interfase: periode tussen delingen
  • S-fase: Synthese van nieuw DNA
  • G1-fase: controle
  • G2-fase: controle
  • G0- fase:  cel in rust (geen deling)

In de S-fase vindt DNA-replicatie / DNA-synthese (verdubbeling) plaats

Slide 9 - Slide

  1. M-fase (Mitotische Fase): De cel deelt zijn chromosomen in twee nieuwe kernen tijdens mitose, gevolgd door celdeling (cytokinese).
  2. Interfase: Periode van celgroei en voorbereiding op deling, inclusief DNA-replicatie en de nodige eiwitten en organellen te produceren.
  3. S-fase (Synthesefase): De cel kopieert al zijn DNA, waardoor elke chromosoom verdubbelt (zusterchromatiden).
  4. G1-fase: De cel groeit, voert normale functies uit, en bereidt zich voor op DNA-synthese.
  5. G2-fase: De cel maakt de laatste voorbereidingen voor mitose,
    inclusief controle op DNA-replicatie.
  6. G0-fase (Rustfase): De cel bevindt zich in een inactieve toestand
    en bereidt zich niet voor op celdeling.

Slide 10 - Slide

  1. M-fase (Mitotische Fase): Dit is de fase waarin de celkern zich deelt, ook bekend als mitose. Deze fase omvat verschillende subfasen: profase, metafase, anafase, en telofase, gevolgd door cytokinese. Tijdens mitose worden de verdubbelde chromosomen gescheiden en naar twee nieuwe cellen overgebracht. Dit is de fase waarin de fysieke deling van de cel plaatsvindt.
Interfase: Dit is de periode tussen twee opeenvolgende celdelingen. Gedurende deze tijd bereidt de cel zich voor op de volgende deling door te groeien, zijn DNA te repliceren, en de nodige eiwitten en organellen te produceren. Interfase omvat de G1-, S- en G2-fasen.
S-fase (Synthesefase): Tijdens de S-fase synthetiseert de cel een volledige kopie van zijn DNA. Elk chromosoom wordt verdubbeld, waardoor twee identieke kopieën (zusterchromatiden) ontstaan die bij elkaar worden gehouden door een centromeer.
G1-fase (Gap 1 Fase): Dit is de eerste fase na de celdeling, waarin de cel groeit en zijn normale metabole functies uitvoert. De cel produceert ook nieuwe eiwitten en organellen. Gedurende deze fase controleert de cel ook of de omstandigheden gunstig zijn voor de replicatie van DNA.
G2-fase (Gap 2 Fase): Na de DNA-replicatie in de S-fase, betreedt de cel de G2-fase. Hier maakt de cel verdere voorbereidingen voor mitose. Dit omvat het controleren van het gerepliceerde DNA op fouten en het maken van de nodige eiwitten voor de celdeling.
G0-fase (Rustfase): Dit is een fase waarin cellen niet actief voorbereiden op celdeling. Sommige cellen, zoals zenuwcellen en spiercellen, blijven permanent in deze fase. Andere cellen kunnen vanuit deze fase terugkeren naar de actieve celcyclus, afhankelijk van bepaalde signalen of behoeften van het lichaam.




  1. M-fase (Mitotische Fase): Dit is de fase waarin de celkern zich deelt, ook bekend als mitose. Deze fase omvat verschillende subfasen: profase, metafase, anafase, en telofase, gevolgd door cytokinese. Tijdens mitose worden de verdubbelde chromosomen gescheiden en naar twee nieuwe cellen overgebracht. Dit is de fase waarin de fysieke deling van de cel plaatsvindt.
  2. Interfase: Dit is de periode tussen twee opeenvolgende celdelingen. Gedurende deze tijd bereidt de cel zich voor op de volgende deling door te groeien, zijn DNA te repliceren, en de nodige eiwitten en organellen te produceren. Interfase omvat de G1-, S- en G2-fasen.
  3. S-fase (Synthesefase): Tijdens de S-fase synthetiseert de cel een volledige kopie van zijn DNA. Elk chromosoom wordt verdubbeld, waardoor twee identieke kopieën (zusterchromatiden) ontstaan die bij elkaar worden gehouden door een centromeer.
  4. G1-fase (Gap 1 Fase): Dit is de eerste fase na de celdeling, waarin de cel groeit en zijn normale metabole functies uitvoert. De cel produceert ook nieuwe eiwitten en organellen. Gedurende deze fase controleert de cel ook of de omstandigheden gunstig zijn voor de replicatie van DNA.
  5. G2-fase (Gap 2 Fase): Na de DNA-replicatie in de S-fase, betreedt de cel de G2-fase. Hier maakt de cel verdere voorbereidingen voor mitose. Dit omvat het controleren van het gerepliceerde DNA op fouten en het maken van de nodige eiwitten voor de celdeling.
  6. G0-fase (Rustfase): Dit is een fase waarin cellen niet actief voorbereiden op celdeling. Sommige cellen, zoals zenuwcellen en spiercellen, blijven permanent in deze fase. Andere cellen kunnen vanuit deze fase terugkeren naar de actieve celcyclus, afhankelijk van bepaalde signalen of behoeften van het lichaam.





Slide 11 - Slide

Chromosomen
Bij de verdubbeling van het DNA worden homologe chromosomen (een van vader een van moeder) verdubbeld.

Voor de replicatie bestaan de chromosomen uit één chromatide.

Na de replicatie bestaan de chromosomen uit twee zusterchromatiden.

Slide 12 - Slide

Mitose
Binas 76B1

Slide 13 - Slide

Klonen: celkerntransplantatie
Somatic Cell Nucleus Transfer (SCNT)

  1. Verwijderen van kern uit eicel.
  2. Toevoegen van kern met gunstige eigenschappen.
  3. Eicel implanteren in draagmoeder

Slide 14 - Slide

Klonen: embryosplitsing
Klompje cellen wordt na bevruchting in meerdere klompjes gesplitst.

Verkrijgen van dieren met gunstige eigenschappen.

Slide 15 - Slide

Klonen: weefselkweek
Bekend uit de landbouwsector

Verkrijgen van planten met gunstige eigenschappen

Slide 16 - Slide

Aan de slag
(Ge)lezen
Basisstof 1: Ongeslachtelijke voortplanting

Maken:
1 t/m 10

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking

Slide 20 - Quiz

Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
A
Voorafgaande aan de kerndeling
B
Na de kerndeling maar voor de celdeling
C
Na de celdeling

Slide 21 - Quiz

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 22 - Quiz

een organisme heeft 2n = 12 chromosomen, hoeveel chromosomenparen heeft dit organisme?
A
2
B
6
C
12
D
24

Slide 23 - Quiz

een cel heeft 2n=8 chromosomen, hoeveel chromosomen heeft deze cel in de G2 fase?
A
n=4
B
n=8
C
2n=8
D
2n=16

Slide 24 - Quiz

Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
A
nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
B
nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
C
nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
D
nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen

Slide 25 - Quiz

In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).

Slide 26 - Quiz

Wat is een chromatide?
A
een chromosoom die gekopieerd is maar nog vast zit aan z'n kopie
B
dat is een chromosoom die buiten de kern zit
C
dat is DNA dat is gekopieerd
D
dat is een chromosoom die naar de polen in een cel worden getrokken

Slide 27 - Quiz

wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

Slide 28 - Quiz

Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
A
DNA replicatie, kerndeling, celdeling
B
DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
C
kerndeling, celdeling
D
celdeling, plasmagroei

Slide 29 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiden
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 30 - Quiz

Bij klonen spreek je van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 31 - Quiz

Hoeveel chromosomen en hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel na de S-fase?
A
23 chromosomen en 23 chromatiden
B
23 chromosomen en 46 chromatiden
C
46 chromosomen en 46 chromatiden
D
46 chromosomen en 92 chromatiden

Slide 32 - Quiz

Op welke afbeelding zijn chromatiden van een chromosoom in één cel weergegeven tijdens het eerste gedeelte van de mitose?
A
B
C

Slide 33 - Quiz