vmbo 3 - hoofdstuk § 3 quiz

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

VANDAAG
Oefening massaverhoudingen 
Uitleg  overmaat & opschalen
Quiz 
(Zelf aan de slag)

Slide 2 - Slide

Natrium en chloor reageren in de massaverhouding
 2 : 3 met elkaar en vormen dan keukenzout.

1. Geef het reactieschema van deze reactie. 
2. Je hebt 25 gram natrium, hoe veel gram chloor heb je   
     nodig?  

natrium 
+
chloor
keukenzout
(s)
(s)
(g)
2
:
3
Gegeven:
Gevraagd:
Berekening:
massaverhouding natrium : chloor 2 : 3, 
25 gram natrium
hoeveelheid chloor
natrium
chloor
2
3
25
1
:2
:2
x 25
x 25
...
37,5
Antwoord:
Je hebt 37,5 gram chloor nodig.

Slide 3 - Slide

Quiz herhaling § 3.1- § 3.3  

Slide 4 - Slide

Ontleding is een reactie...
A
met zuurstof
B
met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
met één beginstof en één reactieproduct
D
met twee beginstoffen en één reactieproduct

Slide 5 - Quiz

Scheiden of
ontleden?
A
Scheiden
B
Ontleden

Slide 6 - Quiz

Is dit wel of geen chemische reactie:
De stoffen vóór een gebeurtenis zijn anders dan de stoffen erna.


A
een chemische reactie
B
geen chemische reactie

Slide 7 - Quiz

Hoe wordt de ontleding door licht ook wel genoemd?

Slide 8 - Open question

Hoe wordt de ontleding door elektriciteit ook wel genoemd?

Slide 9 - Open question

Hoe wordt de ontleding door warmte ook wel genoemd?

Slide 10 - Open question

De stof water wordt ontleed in waterstof en zuurstof.
Wat is het juiste reactieschema?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Je hebt een onbekend gas in een reageerbuis.  
Je houdt een vlam bij de opening van een omgekeerde reageerbuis.  Je hoort een knal/kefje.
Je hebt een onbekend gas in een reageerbuis. Je houdt een gloeiend houtje in de reageerbuis. Het houtje gloeid op! 
Het onbekende gas is zuurstof.
Het onbekende gas is waterstof.

Slide 12 - Drag question

Schrijf de wet van massabehoud op!

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

De massaverhouding waarin
waterstofchloride en ammoniak reageren, is 15 : 7
Welke van de volgende massaverhoudingen is niet juist?
A
15 gram waterstofchloride reageert met 7 gram ammoniak.
B
30 gram waterstofchloride reageert met 14 gram ammoniak.
C
15 moleculen waterstofchloride reageren met 7 moleculen ammoniak.
D
7 gram waterstofchloride reageert met 15 gram ammoniak

Slide 15 - Quiz

Schrijf op:
1.Wat kun je al goed van § 3?
2.Waarmee moet je nog oefenen van § 3?


Slide 16 - Open question