3.1 - Stad en platteland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 4

3.1 - Stad en platteland

Deze les

• Planning nieuwe periode
• Foto-opdracht
• Wonen in Nederland - wat weet je al?
• Wonen in Nederland - belangrijke trends en begrippen
• Zelfstandig stof verwerken
• Afsluiting 

Lees even de leerdoelen van 3.1 in je boek

Wat weet je al over steden?

Pak je laptop en meld je aan voor de les

Het oude postkantoor in Utrecht is gesloten. Er kwamen niet meer genoeg klanten. Welk begrip past hierbij?

1. reikwijdte
2. drempelwaarde
3. urbanisatie
4. krimpregio

De maximale afstand die mensen willen reizen om bij een supermarkt boodschappen te doen, is ongeveer 1 kilometer. Welk begrip hoort daarbij?

1. reikwijdte
2. drempelwaarde
3. urbanisatie
4. krimpregio

Welk stedelijk gebied wordt weergegeven met de letter A?

Welk stedelijk gebied wordt weergegeven met de letter E?

Welke voorbeelden van krimpregio's in Nederland ken je?

Wat maakt een stad een stad?

Kenmerken van een stad

• Hoge dichtheid bebouwing
• Hoge bevolkingsdichtheid of adressendichtheid (meer dan 500 per vierkante kilometer)
• Veel voorzieningen 

landbouw

natuur

bebouwing

infrastructuur

recreatie

water

Waarom neemt het aantal huishoudens toe?

Waarom neemt het aantal huishoudens toe?

1.  Aantal jongeren dat alleen woont neemt toe (individualisering)
2. Toename aantal scheidingen
3. Door vergrijzing zijn er meer alleenstaande ouderen

In krimpgebieden

• kan het aantal huishoudens toenemen (door vergrijzing)
• wordt de natuurlijke bevolkingsgroei steeds kleiner (door vergrijzing) 

Waarom verhuizen mensen van de stad naar het platteland?

Suburbanisatie in Nederland

1. Huizenprijzen in steden zijn enorm gestegen
2. (Vooral 50-plussers) kiezen voor ruimte en rust
3. Bereikbaarheid van steden is vaak goed
4. Betere mogelijkheden om thuis te werken
5. Werkgelegenheid buiten de Randstad neemt ook toe 

Aan de slag

• Ruim je laptop op en lees de tekst van 3.1 in stilte
• Wil je de stof verwerken en zo overzicht creëren? Neem  dan de leerdoelen van 3.1 over in je schrift en beantwoord deze. Zorg dat je alle begrippen in je antwoorden verwerkt
• Wil je de stof toepassen en zo verdiepen? Maak dan opdracht 4, 6 en 8. 
  
  

Klaar? Kom bij me met je boek of leerdoelen overzicht voor feedback.
Daar ook mee klaar? Video op Itslearning. 

Afsluiting