7.11 pv vt sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Goedemorgen

Pak je spullen: Laptop (blijft nog even dicht),

Nederlands boek

Heeft iedereen de opdracht ingeleverd?

Teams -> Teams NE -> opdrachten -> fictiedossier

Cursus 7 Spelling

§11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden 

Leerdoelen

• Je weet wat werkwoorden zijn. 
• Je weet wat zwakke en sterke werkwoorden zijn. 
• Je weet wat de persoonsvorm is. 
• Je weet hoe je de persoonsvorm verleden tijd in sterke woorden spelt.

Lesprogramma

1. Herhaling lesstof
2. Theorie bespreken
3. Zelfstandig aan de slag op de iPad
4. Les gezamenlijk afsluiten

1. Herhaling lesstof

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

Wat zijn werkwoorden?

Werkwoorden

Iets wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.  

Voorbeeld: dromen, kijken, praten, luisteren.

Wat zijn sterke werkwoorden?

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Sterke werkwoorden

veranderen van klank in de verleden tijd.

ik zing - ik zong

ik schrijf - ik schreef

ik drink - ik dronk

Zwakke werkwoorden 

krijgen -de(n) of -te(n) op het einde in de verleden tijd.

ik maak - ik maakte

ik fiets - ik fietste

ik reis - ik reisde

3. Theorie bespreken 

BK: Bladzijde 230

KT: Bladzijde 238

Filmpje online methode

4. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook

Cursus 7: Spelling  -> paragraaf 10 'Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden.

Heb je 80% of meer? Vraag LANN om de volgende opdracht.

80% of minder? Vraag LANN om de opdracht opnieuw open te zetten.

5. Les gezamenlijk afsluiten

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

Wat zijn sterke werkwoorden?

Wat is de belangrijkste regel bij het schrijven van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Hoe schrijven we sterke werkwoorden in de hij/zij-vorm?

Noem een voorbeeld van een  persoonsvorm in de verleden tijd dat een sterk werkwoord is.

Huiswerk voor de volgende keer

Cursus 7 Spelling 

§11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden