22 en 37 Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp en bwb

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 1 - Slide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Deze week....
Les 1: Nakijken,  terugblik, instructie PV, Z,G, O
 Instructie Lijdend Voorwerp en meewerkend voorwerp
Les 2: SO Woordenschat
Les 3:Instructie  bijwoordelijke bepaling
Les 4: Zelfstandig werken / weektaak

Hoofdstuk 22 en 37 (alleen bwb)

Slide 3 - Slide

Nakijken
Markeer welke opgave je lastig vind...tijdens zelfstandig werken krijg je dan extra uitleg.
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Doel
Je leert hoe je het lijdend voorwerp ,meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling herkent in een zin. 


Slide 5 - Slide

Terugblik

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm

Slide 7 - Mind map

Onderwerp

Slide 8 - Mind map

Werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Mind map

Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is een nieuw zinsdeel. 

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 

Lijdend voorwerp (lv)

Slide 10 - Slide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 
  • niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.

Slide 11 - Slide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die meewerkt met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp ontvangt iets.

Leon geeft een cadeau aan Emma.

Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.

Slide 12 - Slide

Hoe vind je het MV?

Vraag:
Aan wie of voor wie + wwg + O+ LV
(aan wie/voor wie+ alles)

Slide 13 - Slide

Volgorde zinsontleden!
Piet= PV
Zag= zindsdelen
Grote= gezegde werkwoordelijk gezegde
Overhemden= Onderwerp

Liggen= LV
Met= MV

Slide 14 - Slide

Nu jij.....
Oefenblad
Tweetallen: Vrager-Antwoorder



Leerkaartjes grammatica

Slide 15 - Slide

Les 3

Slide 16 - Slide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Doel
Je leert hoe je het lijdend voorwerp ,meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling herkent in een zin. 


Slide 18 - Slide

Terugblik.....
volgorde van zinsontleden....Piet....

Slide 19 - Open question

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 20 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
- In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan.

- In een zin kunnen ook geen bijwoordelijke bepalingen staan. 

- Woorden als niet, nooit, geen, misschien, soms enz. zijn altijd bijwoordelijke bepaling.

Slide 21 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe....

Slide 22 - Slide

Nu jij.....
Oefenblad tweetallen: Vrager-Antwoorder
PV=
O=
LV=
MV=
Leerkaartjes grammatica

Slide 23 - Slide

Nu jij.......
Hoofdstuk 37 Opdracht 6 en 7

Weektaak :
Maken:werkblad op itslearning
Hoofdstuk 22 opgave 5
Hoofdstuk 37 opgave 6 ( ook lv en mv) en 7
Leren: Hoofdstuk 22 en 37 (alleen bwb)


Slide 24 - Slide