Weektaak Nederlands M4

Weektaak Nederlands M4
  • methode malmberg 1. 2 opdracht 36 t/m 38
  • recensie schrijven en inleveren it's learning
  • verbeteren voorwoord (boek 1 uitwerken en boek 2 titel erin)
  • boek 2 halen mediatheek
  • boek 2 lezen in de herfstvakantie
MAILEN leeskringdossier aan KAN voor vrijdag 0.00 uur!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Weektaak Nederlands M4
  • methode malmberg 1. 2 opdracht 36 t/m 38
  • recensie schrijven en inleveren it's learning
  • verbeteren voorwoord (boek 1 uitwerken en boek 2 titel erin)
  • boek 2 halen mediatheek
  • boek 2 lezen in de herfstvakantie
MAILEN leeskringdossier aan KAN voor vrijdag 0.00 uur!

Slide 1 - Slide

opbouw recensie en argumenten

Slide 2 - Slide

De recensie
  • Wat is een recensie?

  • Waar wordt een recensie     voor gebruikt?

Slide 3 - Slide

Opbouw recensie leesboek
Inleiding

- trek de aandacht van de lezer. (Leuke opmerking citaat of vraag)
- noem de titel en geef kort informatie (stuk flaptekst ) over het onderwerp.  
- geef in één zin jouw oordeel. 
Middenstuk
-Verdeel je middenstuk in verschillende alinea's. 
-Behandel in iedere alinea een ander deelonderwerp (verhaal, personen, het doel, camerawerk, het geluid, de tijd etc. )
-Geef zowel pluspunten als minpunten.
-Onderbouw je mening met argumenten.
-Geef voorbeelden. 

Slot
-herhaal de belangrijkste informatie (samenvatting)
-trek een conclusie. 
-eindig met een uitsmijter. Leuke eindzin, opmerking of citaat.  

Slide 4 - Slide

Wat is een round character?
A
Iemand met een paar karaktereigenschappen.
B
Het hoofdpersonage van het boek.
C
Iemand met veel karaktereigenschappen.
D
Een bijfiguur in het verhaal.

Slide 5 - Quiz

Wat is het motorisch moment?
A
Het moment dat de motor van je auto ermee ophoudt.
B
Een belangrijk moment in het verhaal, de reden dat alles wat daarna gebeurt ook gebeurt.
C
De opbouw van de spanning in het verhaal.
D
Het hoogtepunt van de spanning.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent in chronologische volgorde?
A
Met sprongen in tijd
B
Meer vertel tijd dan vertelde tijd
C
Van begin tot eind

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertelde tijd?
A
De tijd die nodig is om een verhaal te lezen.
B
Het aantal pagina's.
C
De tijd die in het verhaal voorbijgaat.
D
Een jaar.

Slide 8 - Quiz

Weektaak Nederlands M4
- methode malmberg 1. 2 opdracht 36 t/m 38
- recensie schrijven en inleveren it's learning
- verbeteren voorwoord (boek 1 uitwerken en boek 2 titel erin)
- boek 2 halen mediatheek
- boek 2 lezen in de herfstvakantie

MAILEN leeskringdossier aan KAN voor vrijdag 0.00 uur!

Slide 9 - Slide

Inleveren leeskringdossier
- voorblad
inhoudsopgave
voorwoord
boekanalyse 1
recensie

Slide 10 - Slide

Wat is een open plek?
A
Je snapt het verhaal niet
B
Een tijdsprong
C
Een onbeantwoorde vraag
D
Een antwoord op een vraag

Slide 11 - Quiz