M1, 1.7 zinsdelen + persoonsvorm
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over grammatica?
Aan welke woorden denk je bij grammatica?
Aan welke woorden denk je bij grammatica?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Verdeel de volgende zin in zinsdelen:
Ik repareer mijn fiets.
Ik repareer mijn fiets.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
'Alles' wat voor de persoonsvorm staat, is altijd één zinsdeel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Werkwoorden zet je ALTIJD tussen zinsdeelstrepen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Mijn lieve | oma | heeft | koekjes | meegenomen.
De zinsdeelstrepen staan op de goede plaats.
De zinsdeelstrepen staan op de goede plaats.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
In de grote stad | werken | ze | aan de weg.
De zinsdeelstrepen staan op de goede plaats.
De zinsdeelstrepen staan op de goede plaats.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
A
