Oefenen met hoofdstuk 7

Oefenen met hoofdstuk 7 
Optie 1:
Herhaalvragen via lessonup 
(klassikaal of zelf via LessonUp)
Optie 2:
Zelf aan de slag met opgaven weektaak
of oplossen achterstallig onderhoud
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen met hoofdstuk 7 
Optie 1:
Herhaalvragen via lessonup 
(klassikaal of zelf via LessonUp)
Optie 2:
Zelf aan de slag met opgaven weektaak
of oplossen achterstallig onderhoud

Slide 1 - Slide

Bereken de pH van een oplossing met [H+]=3,0 x 10^-2 mol/L

Slide 2 - Open question

Antwoord
pH=1,52

Slide 3 - Slide

Bereken de pOH van een oplossing met [OH-]=1,5 x 10^-4 mol/L

Slide 4 - Open question

Antwoord
pOH=3,82

Slide 5 - Slide

Bereken de pH van een oplossing met [OH-]=1,5 x 10^-4 mol/L

Slide 6 - Open question

Antwoord
pH=10,18

Slide 7 - Slide

Bereken de [H+] van een oplossing met pH=3,90

Slide 8 - Open question

Antwoord
[H+]=1,3 x 10-4 mol/L

Slide 9 - Slide

Bereken [OH-] van een oplossing met pH=12,78

Slide 10 - Open question

Antwoord
[OH-]=0,060 mol/L

Slide 11 - Slide

LD-50 enz. 

Slide 12 - Slide

Een muis weegt 150 gram. De LD-50 van tetradotoxine is 15 microgram/kg. Hoeveel microgram tetradotoxine is nodig om de muis een 50 % overlevingskans te geven?.

Slide 13 - Open question

Antwoord 
2,3 microgram (2,25)

Slide 14 - Slide

Uit de houtkachel van mevrouw De Vries ontsnapt op een gegeven moment 0,15 g CO. De grenswaarde van koolstofmonoxide is 10,5 mg/m^3 lucht. Kan mevrouw De Vries nog veilig in de ruimte staan (de ruimte is 8x4x3 m groot)?

Slide 15 - Open question

Antwoord
Uit een berekening volgt dat er 1,5625 mg/m3 CO in de ruimte aanwezig is. 1,5625<10,5. Mevrouw De Vries is veilig

Slide 16 - Slide


Bereken de Rf-waarde van de rode kleurstof. Ga er vanuit dat de vloeistof tot bovenaan het papier is doorgelopen.
10,0 cm 
8,0 cm 

Slide 17 - Open question

Antwoord
Rf-waarde=0,80

Slide 18 - Slide

Titreren

Slide 19 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog. Bereken de molariteit van de azijnzuuroplossing.

Slide 20 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog. Bereken de molariteit van de azijnzuuroplossing.

Slide 21 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog.
Hoeveel mol natriumhydroxide heeft er gereageerd? En hoeveel gram azijnzuur? 

Slide 22 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog.
Hoeveel mol natriumhydroxide heeft er gereageerd? En hoeveel gram azijnzuur? 
molmassa azijnzuur= 60,052 g/mol
  

antw 1= 0,001044 mol

antw 2= 0,06271 g

Slide 23 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog.
Hoeveel mol natriumhydroxide heeft er gereageerd? En hoeveel gram azijnzuur? 
molmassa azijnzuur= 60,052 g/mol
  

antw 1= 0,001044 mol

antw 2= 0,06271 g

Slide 24 - Slide

Frits heeft 100,0 mL azijnzuuroplossing. Hiervan neemt hij 10,00 mL en dit titreert hij met 10,31 mL 0,1007 M natronloog.
Hoeveel mol natriumhydroxide heeft er gereageerd? En hoeveel gram azijnzuur? 
molmassa azijnzuur= 60,052 g/mol
  

antw 1= 0,001044 mol

antw 2= 0,06271 g

Slide 25 - Slide