Donderdag 9 april 2020

Donderdag 9 april
Goedemorgen!
Vandaar weer opdrachten in Lessonup en natuurlijk Disk en rekenen. Let op: we werken tot 12.30 uur. Tot 12.30 uur kan je mevrouw Marieke en mevrouw Wafaa vragen stellen. Je maakt eerst de lessen van Lessonup en werkt dan aan Disk en rekenen. Succes!
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Donderdag 9 april
Goedemorgen!
Vandaar weer opdrachten in Lessonup en natuurlijk Disk en rekenen. Let op: we werken tot 12.30 uur. Tot 12.30 uur kan je mevrouw Marieke en mevrouw Wafaa vragen stellen. Je maakt eerst de lessen van Lessonup en werkt dan aan Disk en rekenen. Succes!

Slide 1 - Slide

Woorden
Maak eerst de quizvragen en maak dan zelf zinnen met het woord. Denk aan de punten en hoofdletters en gebruik GEEN Google Translate.

Slide 2 - Slide

Wat betekent:
het tijdschrift
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
ontstaan
A
dat iets begint
B
dat we staan
C
dat je niet staat
D
dat iets stopt

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
supertof
A
heel stom
B
een beetje tof
C
een ander woord voor leuk
D
heel erg leuk

Slide 5 - Quiz

Wat betekent:
terwijl
A
na die tijd
B
voor die tijd
C
in dezelfde tijd dat
D
niet op dezelfde tijd

Slide 6 - Quiz

Wat betekent:
verandering
A
dat je iemand anders bent
B
de keer dat iets anders wordt
C
dat je samen met anderen bent
D
dat je alleen bent

Slide 7 - Quiz

Maak een zin met het woord:
ontstaan

Slide 8 - Open question

Maak een zin met het woord:
het tijdschrift

Slide 9 - Open question

Maak een zin met het woord:
supertof

Slide 10 - Open question

Maak een zin met het woord:
terwijl

Slide 11 - Open question

Maak een zin met het woord:
verandering

Slide 12 - Open question

Grammatica. Kijk naar de zinnen!
zinnen met WANT en met OMDAT
Ik eet brood WANT ik HEB honger.
Ik eet brood OMDAT ik honger HEB.

Ik drink water, WANT het IS gezond
Ik drink water, OMDAT het gezond IS

Ik bel mijn zus, WANT ik WIL met haar praten.
Ik bel mijn zus, OMDAT ik met haar praten WIL.

Slide 13 - Slide

Maak de zin af:
Ik slaap veel, OMDAT ....

Slide 14 - Open question

Ik lees veel, WANT

Slide 15 - Open question

Zij gaat naar huis, OMDAT...

Slide 16 - Open question

Hij wil naar de dokter, WANT...

Slide 17 - Open question

Hij neemt altijd de trein naar zijn werk, OMDAT

Slide 18 - Open question

Ik ben boos, WANT

Slide 19 - Open question

Ik ben te laat, OMDAT

Slide 20 - Open question

Ik ben een beetje zenuwachtig, WANT

Slide 21 - Open question

PAUZE
Ik ga vandaag om 10.45 uur Skypen met:
Abed, Ahmad, Emily, Gulin

Slide 22 - Slide

Bewegen 

Tijd om te bewegen! 

Slide 23 - Slide

Begrijpend lezen
Lees de tekst en maak de vragen. Kan je de tekst niet lezen? Stuur een bericht naar mevrouw Marieke.

Slide 24 - Slide

IC-afdeling: een plek in het ziekenhuis waar mensen liggen die heel erg ziek zijn.

Corona-patienten: mensen die corona hebben en ziek zijn.

Levensgevaar: dat iemand zo erg ziek is dat hij/zij dood kan gaan.

Sterk gestegen: het worden er steeds meer.

De piek wordt verwacht: dan zijn er de meeste mensen met corona op de IC.

Besmet: dat je ziek bent.



Aanmeren: aan land gaan.

Passagiers: mensen die op een boot of in een vliegtuig zijn.

Valse bingo: zeggen dat je bingo hebt, maar dat is niet zo.

Slide 25 - Slide

Moeilijke woorden
Je hebt de tekst gelezen. Zijn er woorden die je niet begrijpt? Schrijf die woorden hier op.

Slide 26 - Open question

Vragen
Maak de vragen. Weet je het antwoord niet? Lees dan nog een keer de tekst!! Deze vragen gaan over het stukje 
IC-afdelingen liggen vol.

Slide 27 - Slide

Hoeveel coronapatiënten lagen maandag op de IC?
A
meer dan 100
B
meer dan 500
C
meer dan 1000
D
meer dan 1500

Slide 28 - Quiz

Welke patiënten liggen op een IC-afdeling?
A
Mensen die een beetje ziek zijn
B
Alleen mensen die corona hebben.
C
Mensen die erg ziek zijn.
D
Mensen die in levensgevaar zijn

Slide 29 - Quiz

Wanneer wordt de piek
van corona-patiënten op
de IC-afdelingen verwacht?
A
in april
B
in mei
C
in juni
D
in juli

Slide 30 - Quiz

Hoeveel Nederlanders zijn overleden aan corona? (Stand van zondag.)
A
177
B
717
C
671
D
771

Slide 31 - Quiz

Hoeveel mensen zijn besmet met corona? (Stand van zondag.)
A
meer dan 100
B
meer dan 1000
C
meer dan 10.000
D
meer dan 100.000

Slide 32 - Quiz

Vragen
Maak de vragen. Weet je het antwoord niet? Lees dan nog een keer de tekst!! Deze vragen gaan over
Passagiers cruiseschip besmet.

Slide 33 - Slide

Waarom kan het cruiseschip nergens aan land? (aanmeren)
A
omdat de havens te ondiep zijn voor het schip
B
omdat er passagiers zijn besmet met corona
C
omdat de passagiers liever op het schip wilden blijven

Slide 34 - Quiz

Hoeveel passagiers zijn overleden? (dood gegaan)
A
vier
B
vijf
C
zeven

Slide 35 - Quiz

Waar ligt het cruiseschip nu?
A
langs de kust van Florida in Noord-Amerika
B
vlak voor de haven van Rotterdam
C
voor de kust van Panama in Midden-Amerika

Slide 36 - Quiz

Hoeveel passagiers zijn overgestapt op een ander schip?
A
een paar honderd
B
200
C
2

Slide 37 - Quiz

Vind jij het goed dat het schip voorlopig niet kan aanmeren?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 38 - Quiz

Vragen
Maak de vragen. Weet je het antwoord niet? Lees dan nog een keer de tekst!! Deze vragen gaan over
Balkon-bingo

Slide 39 - Slide

Wie speelden balkon-bingo?

Slide 40 - Open question

Waar werden de getallen voorgelezen?

Slide 41 - Open question

Wat deed een speler met een volle kaart?

Slide 42 - Open question

Disk bronnen en bouwstenen 
Werk in Disk. 
Denk ook aan het maken van een toets en de woordenlijsten.
Heb je een vraag? Stel dan aan mevrouw Wafaa. 

Succes!

Slide 43 - Slide

Rekenen 
Rekenen..
In fflerenrekenen.nl
of 
rekenen.nl

Slide 44 - Slide

Heb je 1 uur Disk gedaan 
en 1 uur Rekenen?

Slide 45 - Slide