Startrekenen VO 2F: Hoofdstuk 5 breuken les 4 (herhaling)

BREUKEN LES 4 HERHALING
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BREUKEN LES 4 HERHALING

Slide 1 - Slide

Afspraken online les 
Om te voorkomen dat we elkaar niet kunnen volgen, moeten we afspraken maken:

  • Microfoon is uit;
  • Beeld aan;
  • Wil je wat zeggen, steek je hand duidelijk op;
  • Wanneer je jouw naam hoort, microfoon aan en spreken.

Slide 2 - Slide

Leerdoel les 4
Herhaling van:
  • Samengestelde breuken
  • Breuken vereenvoudigen
  • Ongelijke breuken gelijknamig maken

Slide 3 - Slide

Samengestelde breuk
Een breuk die dus groter is dan 1 (eenheid) noem je een samengestelde breuk!
Je telt dan dus 1 of meer eenheden (helen) + nog een breuk (rest):
16   
3         

Hoe vaak past de 3 in de 16
3 X  5 = 15 (we houden er 1 over) dat is dus  1   
                                                                                          3
5    1  
     3

Slide 4 - Slide

Werkblad 1: Samengestelde breuken
Hoeveel helen (eenheden) zitten er in deze breuken?
En welke breuk houd je over?

  1. Open het werkblad die in je mail staat.
  2. Werkblad 1 hoort bij dit onderdeel.
  3. Schrijf de sommen netjes over op een blaadje of print ze uit.
  4. Maak de sommen.

Slide 5 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Een breuk VEREENVOUDIGEN betekent dat je een breuk zo makkelijk mogelijk op gaat schrijven.

Hoe kleiner de NOEMER, hoe minder (breuken) stukjes heb je....

Dit doe je door de TELLER en de NOEMER door hetzelfde getal te DELEN.

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Werkblad 2: Breuken vereenvoudigen
Door welk getal is de teller en de noemer deelbaar?


  1. Open het werkblad die in je mail staat.
  2. Werkblad 1 hoort bij dit onderdeel.
  3. Schrijf de sommen netjes over op een blaadje of print ze uit.
  4. Maak de sommen.

Slide 8 - Slide

GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:

Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar 
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.              

De NOEMER blijft altijd gelijk!



Slide 9 - Slide

Ongelijknamige breuk
Als de noemer niet hetzelfde is, is het een ONGELIJKNAMIGE breuk.

Je moet dus eerst de breuk 
GELIJKNAMIG maken. (de NOEMERS 
hetzelfde maken)
Blz. 112

Slide 10 - Slide

Stap 1 - noemers vermenigvuldigen
                                         
                                                     = .....   (vermenigvuldig de noemers  
                                                                 8 x 4 = 32)
                                                      De noemers worden dus 32.


        x 4           x 8

3
1
8
4
3
1
32
32

Slide 11 - Slide

Stap 2 - tellers uitrekenen
We weten nu dat de nieuwe noemer 32 is.
Om de tellers uit te rekenen maak je kruislinks een keersom:
8 X 1 (groene pijlen)
4 X 3 (blauwe pijlen)
12
8
32
32
3
1
8
4

Slide 12 - Slide

Stap 3 - som uitrekenen
                                         We maken van deze breuk een plussom:
12
8
32
32
12
+
8
= 20
5
32
+
32
= 32
8
Vereenvoudig de breuk zover mogelijk:
Beide getallen zijn deelbaar door 4

Slide 13 - Slide

Werkblad 3: Breuken gelijknamig maken
Maak de breuken gelijknamig en reken ze uit.
Gebruik het stappenplan!

  1. Open het werkblad die in je mail staat.
  2. Werkblad 1 hoort bij dit onderdeel.
  3. Schrijf de sommen netjes over op een blaadje of print ze uit.
  4. Maak de sommen.

Slide 14 - Slide

Voor de snelle leerlingen!
Maak de volgende onderdelen:

Breuken vermenigvuldigen
- werkblad 4
Breuken delen
- werkblad 5

Slide 15 - Slide

Breuken vermenigvuldigen blz.116
Je kunt een breuk vermenigvuldigen met een heel getal.
Bijvoorbeeld:     5 x   4
                                          8
Je vermenigvuldigt alleen de TELLER met het hele getal:

5 x      =    20     =       =    2      (vereenvoudig zover mogeijk)
         8            8            2                  2

:4

Slide 16 - Slide

Werkblad 4: Breuken vermenigvuldigen
Gebruik de uitleg op blz. 116

  1. Open het werkblad die in je mail staat.
  2. Werkblad 1 hoort bij dit onderdeel.
  3. Schrijf de sommen netjes over op een blaadje of print ze uit.
  4. Maak de sommen.

Slide 17 - Slide

Breuken delen blz. 118
Je kunt een breuk delen door een heel getal.
Bijvoorbeeld:       9  : 3 =
                                  12
Je deelt alleen de TELLER door het hele getal:

 9  :  3  =    3     =           (vereenvoudig zover mogeijk)
12              12             4              

:3

Slide 18 - Slide

Breuken delen blz. 119
Soms kun je de teller niet door het hele getal delen....

Dan reken je de breuk om zodat de teller wel deelbaar is:

 1 :  4  =                                          4  :  4  = 
 2                                                     8              8

x  4 =  4 
2  x 4 =  8

Slide 19 - Slide

Werkblad 5: Breuken delen
Gebruik de uitleg op blz. 118-119

  1. Open het werkblad die in je mail staat.
  2. Werkblad 1 hoort bij dit onderdeel.
  3. Schrijf de sommen netjes over op een blaadje of print ze uit.
  4. Maak de sommen.

Slide 20 - Slide