Laat vier studenten in een rijtje naast elkaar staan. Zij staan in de lift. Op een gegeven moment gaat de liftdeur open en zijn de kinderen op de goede etage. Dit kun je aangeven door ‘ping’ te roepen. Ze stappen precies tegelijk uit de lift, door allemaal een stap naar voren te zetten. Ze kunnen daarna nog een aantal stappen naar voren zetten.
Aandachtspunten:
Deze oefening zal alleen lukken als iedereen in de klas geconcentreerd is.
Kinderen hebben de neiging om stiekeme afspraken te maken, over wanneer ze de stap naar voren zetten (gebaartjes, elkaar aankijken). Het is bij deze oefening de bedoeling dat ze echt aanvoelen
wanneer ze een stap naar voren moeten zetten, en dat ze dat zo gelijk mogelijk doen.
Ga staan als....
Ga staan als...
Slide 3 - Slide
Uitleg:
We zitten in een kring.
Ik begin telkens met : ga staan als…….
Bijvoorbeeld: Ga staan als je van rockmuziek houdt… Iedereen voor wie dit van toepassing is gaat staan.
Zelf schrijven jullie zelfstandig ook 3 verschillende dingen op.
Doel:
Nader kennismaken in spelvorm.
Plezier.
Tijd: 5 a 10 min
Spiegelen
Slide 4 - Slide
Spiegelen (concentratie)
De leerlingen maken tweetallen en elk tweetal gaat tegenover elkaar staan. Eén van het tweetal is nummer 1, de ander is nummer 2. Als eerste zijn alle nummers 1 de spiegel. De nummers 2 staan dus tegenover de spiegel. De nummers 2 maken hele langzame bewegingen. Bijvoorbeeld: een arm omhoog, hoofd naar beneden, been naar achteren, enz. Alle bewegingen worden heel langzaam gemaakt. Zo langzaam dat de nummers 1 (de spiegels) de beweging na kunnen doen. Het is de bedoeling dat ze bijna tegelijk bewegen. Na een paar minuten worden de rollen omgedraaid.
Aandachtspunten:
Langzaam bewegen zorgt voor het beste resultaat en levert de meeste concentratie op.
Soms willen de leerlingen een rondje draaien, wanneer ze voor de spiegel staan. Dit is niet zo handig, omdat de spiegel dan even niet kan zien, wat degene tegenover hem doet.
Woordenketting
Praten zonder na te denken!
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Studenten binnen jit zijn vaak geneigd om lang na te denken voor ze wat zeggen, om maar niet het verkeerde te zeggen.
In deze opdracht gaat het erom dat studenten meteen zeggen wat in ze opkomt.
De ene student zegt een woord en de volgende benoemd het woord wat meteen in zij/hij opkomt.
Geen ja, geen nee, geen uhh
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Uitleg:
Studenten zitten in de kring. Vervolgens wordt er één iemand uitgekozen die geen ja/nee/(later 'uhh' toevoegen) mag zeggen.
De overige studenten gaan vragen stellen en zodra de student ja/nee/uhh zegt wordt er gewisseld van student.
Studenten mogen niet langer dan ongeveer 2 seconden over hun antwoord doen.
Tijd:
20 min?
Moordspel
Wie?
Waar?
Waarmee?
Slide 7 - Slide
3 studenten op de gang
studenten in de klas bedenken wie de moordenaar is, waar de moord gepleegd is en wat het moordwapen is.
1 student doet voor, wanneer student op gang het begrijpt hand schudden(ivm corona een duimpje).
dan komt volgende binnen etc etc.
op het eind geeft de laatste student antwoord op de vragen.
De klap
Slide 8 - Slide
Wat
Ritmisch de klap doorgeven
Hoe
Ga met de deelnemers in een kring staan. Klap in een duidelijk ritme in je handen. De tijd die tussen de klappen zit, bepaalt het ritme. Doe het even voor en geef dan de klap door aan je buurman. Die geeft de klap in hetzelfde ritme door aan zijn buurman, die hem weer doorgeeft aan de zijne, etc. De klap moet dus in hetzelfde ritme de kring rond gaan. Dit is moeilijker dan het lijkt.
Doe een paar rondjes totdat de klap mooi rondgaat. Daarna kun je het ritme veranderen; doe het steeds eerst even voor, zodat iedereen het nieuwe ritme doorheeft.
Varianten
je mag de klap doorgeven, je mag hem ook terugkaatsen, waarmee de klaprichting verandert
je mag de klap doorgeven, je mag hem terugkaatsen of je mag hem