3A 4.3 Vruchtbaar worden

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Beantwoord de volgende vraag in je schrift:

Hoe kom je in de puberteit?
 
 



Welkom
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas doe je uit
  4. Pak je boek, schrift + pen
timer
3:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe kom je in de puberteit?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 3 --> Vruchtbaar worden
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Thema 4 voortplanting
  • 4.1 Geslachtsorganen deel 1
  • 4.2 Puberteit
  • 4.3 Vruchtbaar worden 
  • 4.4 Zwanger worden
  • 4.5 Seksualiteit  
  • 4.6 Veilige seks
  • 4.7 Meer voorbehoedsmiddelen
  • 4.8 De geboorte

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zaadcellen en eicellen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vorming zaadcellen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rijping eicellen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Follikel

• Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
• Follikels kunnen rijpen in de puberteit 
• Cellen in de wand produceren oestrogenen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rijpende follikel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rijpende follikel
FSH
LH
Oestrogeen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ovulatie/eisprong
FSH
LH
Progesteron
Oestrogeen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ovulatie = eisprong

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Rijpende eicel
  1. Onrijpe eicellen zitten in eierstok in blaasjes = follikels
  2. De eicel groeit/neemt voedingsstoffen op en het follikel neemt vocht op
  3. Na (±) 14 dagen is follikel zo groot dat het knapt (= ovulatie/ eisprong), de eicel komt nu in de eileider terecht.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ovulatie
• Elke 4 weken 
 • 1 eicel per keer 
• Om en om uit beide eierstokken 
• De eicel kan niet bewegen 
• De eicel leeft maar 12-24 uur
  • Veel reservevoedsel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

bs 4 menstruatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

In de baarmoeder
Voor het geval de eicel bevrucht zou worden, moet de baarmoeder zich voorbereiden. 
Tijdens het rijpen van het eitje wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.
Wordt het eitje niet bevrucht, dan laat dit slijmvlies weer los = menstruatie/ ongesteld

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiecyclus
  1. Menstruatie en rijping van eicel
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Eisprong (ovulatie)
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik (door het gele lichaam)
  5. Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten --> menstruatie
Start op eerste dag van de menstruatie.
Een regelmatige cyclus duurt 28 dagen.
Op dag 14 is dan de ovulatie (eisprong)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

bs 4 menstruatie
Oestrogeen
Progesteron
FSH
LH

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiemiddelen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiemiddelen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Overgang / menopauze
Vrouwen tussen de 40 en 60 jaar oud --> minder geslachtshormonen --> overgang. Er rijpen geen eicellen meer --> menopauze

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Lezen 4.1 
Maken opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9





Slide 25 - Slide

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 4.3
  • Je kunt uitleggen hoe 
     zaadcellen en eicellen 
     worden gevormd
  • Je kunt de menstruatiecyclus 
     beschrijven

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hieronder lees je drie omschrijvingen. Om welke organen gaat het?
Schrijf a t/m c op en schrijf daarna meteen de juiste naam erbij.

a In dit orgaan zitten de onrijpe eicellen.
b Dit orgaan maakt hormonen die regelen dat eicellen rijp worden.
c In dit orgaan worden de zaadcellen opgeslagen.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Ovulatie
Menstruatie
Menstruatie

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Welke hormonen spelen een rol bij het ontwikkelen van geslachtscellen?
( eicellen en zaadcellen)

Slide 30 - Open question

This item has no instructions