2.2 - Een vrouw

BS 2 Een vrouw
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

BS 2 Een vrouw

Slide 1 - Slide

Doelen van §2.2
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van de vrouw noemen met hun functies en kenmerken
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Baarmoeder en eierstokken
Eierstokken - bevat (onrijpe) eicellen, elke maand rijpt er 1 (vanaf puberteit)
Eileider - hier vindt bevruchting plaats. Zaadcellen/eicellen kunnen hier enkele dagen overleven
Baarmoeder - hier groeit na bevruchting een kind

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Maagdenvlies
Randje weefsel aan begin vagina, kan scheuren bij eerste keer seks
Niet iedereen heeft dit!

Slide 6 - Slide

Clitoris en schaamlippen

Slide 7 - Slide

uitwendige geslachtsorganen
(vulva)
  • vagina: erg rekbaar, niet zo gevoelig 
  • clitoris: erg gevoelig voor aanraking 
  • kleine schaamlippen: produceren slijm 
  • grote schaamlippen: vaak groter dan de kleine schaamlippen
  • urinebuis: mondt niet uit in de vagina!
  • Zwellichamen zwellen op bij opwinding

Slide 8 - Slide

Menstruatie
Wand van baarmoeder wordt verstevigd met slijmvlies (met bloedvaten)
Als er geen bevruchting is geweest, wordt het afgebroken
Bloed en slijm verlaat lichaam via vagina
Opgevangen d.m.v. tampon, maandverband of menstruatiecup

Slide 9 - Slide

Menstruatiecyclus
Gemiddeld 28 dagen (niet voor iedereen)

Slide 10 - Slide

Hormonen
Stoffen die processen regelen
Specifieke hormonen voor vruchtbaarheid/voortplanting
Gestart door hormoonklier hypofyse (in hersenen)

Bij vrouwen: oestrogeen
Bij mannen: testosteron

Slide 11 - Slide

hypofyse

In de puberteit produceert de hypofyse hormonen : FSH en LH

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

hormonen
  • oestrogenen, progesteron en testosteron worden geproduceerd in de eierstokken 
  • oestrogenen zorgen voor secundaire geslachtskenmerken
  • oestrogenen zorgen voor stemmingswisselingen
  • progesteron is van belang bij een zwangerschap
  • testosteron zorgt voor o.a. een stevige spiermassa.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

gele lichaam

Slide 16 - Slide

follikel
  • Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
  • Follikels kunnen rijpen in de puberteit 
  • Cellen in de wand produceren oestrogenen

Slide 17 - Slide

rijpende follikel

Slide 18 - Slide

ovulatie/eisprong

Slide 19 - Slide

ovulatie
• elke 4 weken
• 1 eicel per keer
• om en om uit beide eierstokken
• eicel kan niet bewegen
• eicel leeft maar 12-24 uur

Slide 20 - Slide

bevruchting

Slide 21 - Slide

menstruatie cyclus

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

bevruchting

Slide 24 - Slide

menstruatie
  • 1 keer in de 28 dagen
  • 3-8 dagen

Slide 25 - Slide

Menstruatiecyclus

1. Er rijpt een eicel in één van de eierstokken
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
3. Ovulatie
4. Menstruatie

Slide 26 - Slide


wat kun je gebruiken?

  • maandverband 
  • tampons
  • mooncup

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

0

Slide 29 - Video

Vragen?

Slide 30 - Slide

Begrippen:
Baarmoeder
Eierstokken
Eicellen
Ovulatie/eisprong
Eileider
Vulva
Clitoris
Clitoriseikel
Clitorishoed
Zwellichamen
Binnenste schaamlippen
Buitenste schaamlippen
Vagina

Maagdenvlies
Menstruatie (ongesteld zijn)
Maandverband
Tampon
Menstruatiecup
Menstruatiecyclus
Hormonen
Hypofyse
Overgang

Slide 31 - Slide


nummer 2
is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 32 - Quiz


nummer 3
is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 33 - Quiz


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 34 - Quiz


nummer 5
is de
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 35 - Quiz


nummer 10 speelt
een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine

Slide 36 - Quiz

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 37 - Quiz

Als er geen bevruchting is geweest, vindt er dan een innesteling plaats?
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
dat kun je niet weten

Slide 38 - Quiz

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 39 - Quiz

Wat wordt er meestal weggehaald bij de besnijdenis van een meisje
A
buitenste schaamlippen
B
binnenste schaamlippen en clitoris
C
aambeien
D
maagdenvlies

Slide 40 - Quiz


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 41 - Quiz

baarmoederslijmvlies groeit
eisprong
rijpen eicel
menstruatie

Slide 42 - Drag question

Plenda
Maak de opdrachten van bs 4.2 
Leer bs 4.2
maak de test jezelf

Opdracht: schrijf op je blaadje
  • een vraag die je hebt over dit thema. 
  • en/of iets wat je geleerd hebt.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

FSH en LH

Slide 45 - Slide

Menstruatiecyclus
1. FSH --> rijping eicellen/follikel
2. Rijpende follikels maken oestrogeen
3. Oestrogeen zorgen voor dikker worden baarmoederslijmvlies
4. Oestrogeen stimuleert LH. LH piek zorgt voor ovulatie
5. Oestrogeen remt FSH, dus geen eicelrijping
6. Restant follikel wordt nu gele lichaam genoemd
7. Gele lichaam maakt progesteron
8. Progesteron zorgt voor extra bloedvaten in baarmoederslijmvlies
9. Progesteron remt LH en FSH. Geen rijping nieuwe eicel
1. Hypofyse: afgifte FSH --> rijping eicel/follikel
2. Rijpende follikels maken oestrogeen
3. Oestrogeen zorgt voor dikker worden baarmoederslijmvlies
4. Oestrogeen stimuleert afgifte LH
5. LH piek zorgt voor ovulatie + vorming geel lichaam
6. Oestrogeen remt FSH, dus geen eicelrijping
7. Restant follikel wordt nu gele lichaam genoemd
8. Gele lichaam maakt progesteron en oestrogeen
9. Progesteron zorgt voor extra bloedvaten in baarmoederslijmvlies
10. Progesteron remt LH en FSH. Geen rijping nieuwe eicel
11. Afname progesteron en oestrogeen zorgt er voor dat baarmoederslijmvlies afbreekt en haalt de rem van LH en FSH af
Menstruatiecyclus 

Slide 46 - Slide

FSH stimuleert de ontwikkeling van
A
De hypofyse
B
Oestrogeen
C
Progesteron
D
Follikels

Slide 47 - Quiz

Welk hormoon stimuleert de groei van het baarmoederslijmvlies?
A
FSH
B
LH
C
progesteron
D
oestrogeen

Slide 48 - Quiz

Welk hormoon speelt een rol bij ovulatie?
A
LH
B
FSH
C
Progesteron

Slide 49 - Quiz

Welk hormoon produceert het gele lichaam?
A
FSH
B
LH
C
progesteron
D
oestrogeen

Slide 50 - Quiz