Samenvattingsvragen VMBO-T

Samenvattingsvragen VMBO-T
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samenvattingsvragen VMBO-T

Slide 1 - Slide

Wat is een kernzin?
A
De hele tekst samengevat in 1 zin.
B
De belangrijkste zin van een alinea.
C
De gehele eerste alinea
D
De complete slotalinea

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welk antwoord denk je dat goed is?
A
Het verschil tussen wat leerlingen digitaal kunnen, is groot.
B
Dit blijkt uit een leerlingenmonitor in opdracht van Kennisnet, die deze maandag verschijnt.
C
Voor dit onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit Twente, maakten 746 leerlingen tussen 10 en 13 jaar een digitale toets, waarbij ze bijvoorbeeld een sterk wachtwoord moesten bedenken en informatie op internet moesten opzoeken.
D
Vwo’ers blijken over meer digitale vaardigheden te beschikken dan vmbo’ers, maar er zijn ook hoog presterende vmbo’ers en laag presterende vwo’ers.

Slide 5 - Quiz

Waarom is het het nu dit antwoord?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

toepassen
Je krijgt van je docent de tekst. Onderstreep in de tekst de zinnen uit de voorgaande slide. Valt je iets op? Zijn er nu al zinnen die je kan wegstrepen?

Slide 9 - Slide

Welk zinnen zijn goed?
2 Bibliotheken in Nederland hebben het moeilijk: het afgelopen decennium verdwenen er 140. 
3 De Raad van Cultuur, die vandaag met een advies over bibliotheken komt voor het ministerie van OCW, vindt die ontwikkeling zorgelijk. 
4 Het leesniveau onder 15-jarigen holt hard achteruit. 
6 Bijna een kwart van de jongeren loopt het risico de schoolbanken als laaggeletterde te verlaten. 
8 De onderwijsraad benadrukt dat het lezen op alle vlakken onder druk staat. 




Slide 10 - Slide

Had jij de juiste zinnen gevonden?
ja
nee

Slide 11 - Poll

Signaalwoorden en lezen/samenvatten
Op het examen Schrijven en ook Lezen, is het belangrijk dat je weet wat iemand bedoelt, bijvoorbeeld de schrijver, of de spreker. 

Dat weet je door de signaalwoorden te herkennen. 

Je kunt jezelf duidelijker ook uitdrukken door signaalwoorden te gebruiken. 






Slide 12 - Slide

Door het herkennen van de signaalwoorden en het herkennen van de tekstverbanden herken je makkelijker antwoorden. Bijv:


Naar welke soort tekstverband/signaalwoorden ga je zoeken in de tekst?

Slide 13 - Slide

We zoeken welk tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
voorwaarde

Slide 14 - Quiz

Heb je iets aan deze les gehad? Geeft het je meer inzicht?
ja
nee

Slide 15 - Poll