Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1

Thema 1 'familie en vrienden'
> 9 september 2024 <
Starttaal vooraf
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Voorbeeld les Nederlands leerjaar 3.

Instructions

Zie les notities. 

Items in this lesson

Thema 1 'familie en vrienden'
> 9 september 2024 <
Starttaal vooraf

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Start van de les

                                             Ben ik klaar voor de les?
                                             Wat weet ik al?
                                             Wat ga ik leren?
                                             Begrijp ik de lesstof?
                                             Kan ik zelfstandig aan het werk?
                                             Wat heb ik geleerd?
1
2
3
4
5
6

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesopbouw


                                                    Vooraf: Startklaar, Voorkennis activeren
                                                    Instructie: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en                                                          herkenbare voorbeelden
                                                    Toepassing: Actieve verwerking, Formatief handelen
                                                    Evaluatie: Afsluiting

1
2
3
4

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startklaar?
• Op je plek zitten
• Telefoon in telefoontas (of kluis)
• Jas en tas in de kluis.
• Schoolspullen op tafel: Boek, laptop, etui
timer
1:00

Slide 4 - Slide

1. Start van de les
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp.
Terugblik - les 1 
  • Woordenschat = Alle woorden die je kent en begrijpt.
  • Een grote woordenschat zorgt ervoor dat je beter kunt lezen, luisteren, schrijven en spreken en dat je makkelijker gesprekken kunt voeren.

Wat betekent het woord generatie? 
Herhaling thema

Slide 5 - Slide

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .

Leerdoelen
  • Ik begrijp de betekenis van de themawoorden over familie en vrienden.
  • Ik begrijp het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
  • Ik begrijp wat een bijnaam is. 

Slide 6 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Checklist:
• Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
• Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
• Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
• Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).
• De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
• Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm).

Instructie
Opdracht 2

Stap 1 Kijk en luister naar fragment Opa in huis.

Stap 2 Lees de zinnen door op blz. 17 en vul iedere zin een ander thema woord in. 
 
Stap 3 Klassikaal bespreken. 




timer
3:00

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Checklist:
• Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode
• Meertaligheid functioneel inzetten
• Iedereen bij de les betrekken

Instructie
Opdracht 2
1.         Die slechte ... heb ik nog steeds niet afgeleerd.
Ik heb een heel vrije ... gehad, ik mocht alles.
Alle mensen uit mijn ... wonen hier in de buurt. 
Wij vinden het belangrijk om ... de buren. 
Ik sprak laatst trouwens een ... van vroeger: de bakker.
Een eigen woonkamer en badkamer, ik zou willen dat
zo veel ... had. 
Veel klagen is geen mooie ...
Opa heeft een goede ... met zijn kleinkinderen.
Opa is volledig te ...,hij verteld niks door. 
eigenschap
vertrouwen
sociale netwerk
relatie
rekening houden met
privacy
opvoeding
kennis
gewoonte

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Instructie
Opdracht 3
Stap 1 Bekijk de afbeelding op blz. 18.
Stap 2 Kruis het juiste zin aan waar het thema woord goed is gebruikt.
Stap 3 Klassikaal bespreken.
timer
10:00

Slide 9 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Checklist:
• Dual Coding (woord en beeld combineren)
• Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen


Controlevragen
A
Mijn vader en ik gamen vaak, ook al zijn we van een andere generatie.
B
Mijn vader en ik gamen vaak, ook al zijn we van dezelfde generatie.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Controlevragen
A
Ik heb een groot sociaal netwerk met veel vrienden.
B
Ik heb een groot sociaal netwerk met veel spullen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Controlevragen
A
Mijn ouders vinden mijn opvoeding belangrijk.
B
Mijn ouders vinden hun opvoeding belangrijk.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Controlevragen
A
Ik houd rekening met mijn vriend op krukken door te lachen.
B
Ik houd rekening met mijn vriend op krukken door langzaam te lopen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Controlevragen
A
Een goede kennis van mij is een vriendin van mijn zus.
B
Mijn vriendin is een goede kennis van mij met mijn zus.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Instructie
Opdracht 3
Stap 1 Bekijk de afbeelding en lees het themawoord op blz. 20.
Stap 2 Gebruik het themawoord in een zin die bij de afbeelding past. 
Stap 3 Klassikaal bespreken.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Checklist:
• Dual Coding (woord en beeld combineren)
• Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen



Maak een zin met het woord: Eigenschap
Controlevragen

Slide 16 - Open question

This item has no instructions



Maak een zin met het woord: Gewoonte
Controlevragen

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'privacy'?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions



Maak een zin met het woord: Vertrouwen
Controlevragen

Slide 19 - Open question

This item has no instructions



Maak een zin met het woord: Privacy
Controlevragen

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Instructie
Opdracht 4
Stap 1 Bekijk de woorden op blz. 21.
Stap 2 Vul elk woord in op de kruiswoordpuzzel op pagina 22.
Stap 3 Klassikaal bespreken.
timer
5:00

Slide 21 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Checklist:
• Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
• Afwisseling in oefentypes
• Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik, wij, jij, wij)
• Het leren zichtbaar maken
• Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel

Instructie
Opdracht 4
De band die mensen met elkaar hebben.
Je gedrag aanpassen aan wat fijn is voor anderen.
Niet alles hoeven delen met anderen.
Wat je gewend bent om te doen.
Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn. 
Op iemand kunnen rekenen.
Een kenmerk van iemand.
Een groep mensen die in dezelfde periode is geboren.
Iemand die je kent, maar niet als vrienden afspreekt.
generatie
gewoonte
kennis
privacy
rekening houden met
sociaal netwerk
relatie
vertrouwen
eigenschap

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Begrippen
  • eigenschap
  • generatie
  • gewoonte
  • kennis
  • opvoeding
  • privacy
  • rekening houden met
  • relatie
  • sociaal netwerk
  • vertrouwen 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
  • Ik begrijp de betekenis van de themawoorden over familie en vrienden.
  • Ik begrijp het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
  • Ik begrijp wat een bijnaam is. 

Slide 24 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Checklist:
• Zijn de leerdoelen behaald?
• Les in context plaatsen van de periode
• Het leren en het gedrag samen evalueren
• Vooruitblikken adhv JdW-planner



Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?
Terugblik

Slide 25 - Open question

This item has no instructions