This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Ontdek Europa: eten, geloof en cultuur
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende Europese landen, hun eten en geloof onderscheiden en beschrijven.
Slide 2 - Slide
Introduceer de les met het leerdoel, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over verschillende Europese landen, eten en geloof?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Europese landen
Europa heeft veel verschillende landen. Elk land heeft zijn eigen unieke cultuur en tradities.
Slide 4 - Slide
Gebruik een wereldkaart om de verschillende landen van Europa te laten zien. Vraag de leerlingen om een paar landen op te noemen die ze al kennen. Leg uit dat er veel verschillende culturen zijn in Europa.
Eten in Europa
Europa staat bekend om zijn heerlijke gerechten. Elk land heeft zijn eigen specialiteiten en regionale gerechten.
Zoek op wat eten ze in:
Belgie
Duitsland
Frankrijk
Spanje
Oostenrijk
Slide 5 - Slide
Toon afbeeldingen van verschillende Europese gerechten en vraag de leerlingen om te raden welk land het gerecht vandaan komt. Bespreek enkele van de meest bekende gerechten uit verschillende Europese landen.
Religie in Europa
Europa heeft een rijke geschiedenis van verschillende religies. Het christendom is de meest voorkomende religie in Europa, maar er zijn ook andere religies zoals de islam en het jodendom.
Slide 6 - Slide
Gebruik een wereldkaart met religieuze bevolkingsstatistieken om te laten zien welke religies in welke landen het meest voorkomen. Bespreek enkele van de belangrijkste religies in Europa.
Schrijf 3 dingen op die je weet over Nederland
Slide 7 - Open question
This item has no instructions
Nederland
Nederland is bekend om zijn tulpen, kaas en fietsen. De meest voorkomende religie in Nederland is het christendom.
Slide 8 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Nederland en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Nederlandse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Nederland.
Wat weet je van Italie?
Slide 9 - Mind map
This item has no instructions
Italië
Italië staat bekend om zijn pizza, pasta en ijs. Het grootste deel van de bevolking is katholiek.
Slide 10 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Italië en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Italiaanse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Italië.
Wat weet je over Spanje?
Slide 11 - Mind map
This item has no instructions
Spanje
Spanje is bekend om zijn tapas, paella en sangria. Het grootste deel van de bevolking is katholiek.
Slide 12 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Spanje en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Spaanse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Spanje.
Frankrijk
Frankrijk is bekend om zijn croissants, kaas en wijn. Het grootste deel van de bevolking is katholiek.
Slide 13 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Frankrijk en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Franse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Frankrijk.
Wat weet je over Duitsland?
Slide 14 - Mind map
This item has no instructions
Duitsland
Duitsland is bekend om zijn bier, worstjes en zuurkool. Het grootste deel van de bevolking is christelijk.
Slide 15 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Duitsland en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Duitse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Duitsland.
Griekenland
Griekenland is bekend om zijn feta, olijven en moussaka. De meest voorkomende religie in Griekenland is het christendom.
Slide 16 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Griekenland en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Griekse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Griekenland.
Interactieve quiz: Europese gerechten
Test je kennis van Europese gerechten met deze interactieve quiz!
Slide 17 - Slide
Start een interactieve quiz waarbij de leerlingen moeten raden welk gerecht bij welk land hoort.
Interactieve quiz: Europese religies
Test je kennis van Europese religies met deze interactieve quiz!
Slide 18 - Slide
Start een interactieve quiz waarbij de leerlingen moeten raden welke religie het meest voorkomt in welk land.
België
België is bekend om zijn chocolade, wafels en friet. Het grootste deel van de bevolking is katholiek.
Slide 19 - Slide
Vertel kort over de cultuur van België en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Belgische gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over België.
Zweden
Zweden is bekend om zijn gehaktballen, haring en knäckebröd. De meest voorkomende religie in Zweden is het lutheranisme.
Slide 20 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Zweden en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Zweedse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Zweden.
Polen
Polen is bekend om zijn pierogi, kielbasa en bigos. De meest voorkomende religie in Polen is het katholicisme.
Slide 21 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Polen en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Poolse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Polen.
Roemenië
Roemenië is bekend om zijn sarmale, mici en papanasi. De meest voorkomende religie in Roemenië is het orthodoxe christendom.
Slide 22 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Roemenië en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Roemeense gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Roemenië.
Noorwegen
Noorwegen is bekend om zijn zalm, brunost en flatbrød. De meest voorkomende religie in Noorwegen is het lutheranisme.
Slide 23 - Slide
Vertel kort over de cultuur van Noorwegen en de belangrijkste kenmerken. Geef voorbeelden van Noorse gerechten. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over Noorwegen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 25 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.