2G werkwoorden met de stam op d- of t, voltooid deelwoord 3 februari 2025

Du hast 2:30 min für:


Je hebt 2:30 min om: 

  • Jacke aus
  • Taschen vom Tisch 
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch + Stift  auf dem Tisch 
timer
2:30
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Du hast 2:30 min für:


Je hebt 2:30 min om: 

  • Jacke aus
  • Taschen vom Tisch 
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch + Stift  auf dem Tisch 
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Lernziele 
Du kennst/kannst 
  • die Worte aus Lernbox 3.1 t/m 3.3
  • "zwakke werkwoord met stam op -d, -t" (herhaling)
  • het voltooid deelwoord (nieuw) 
einsetzen 
  • Informationen aus einem Hörtext verarbeiten

Slide 2 - Slide

Programma 
  • Woordentrainer 3.1 t/m 3.3
  • LessonUp (Grammatica + Luisterfragment)
  • Evaluren

Slide 3 - Slide

Woordentrainer of test jezelf 
3.1 t/m 3.3
timer
8:00

Slide 4 - Slide

Uitleg/Herhaling

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

BLz 113 opdracht 10 en 11
Herhaling zwakke werkwoorden met de stam op -d of -t 

Je mag fluisteren

Slide 7 - Slide

Es......(machen) mir nichts aus
A
macht
B
machen
C
machst
D
mache

Slide 8 - Quiz


Slide 9 - Open question

Du...... (reden) zu viel
A
reden
B
redest
C
redet
D
rede

Slide 10 - Quiz

Ihr ...... (wohnen) in München
A
wohnt
B
wohne
C
wohnen
D
wohnst

Slide 11 - Quiz

Ilse.......(reiten) jeden Tag eine Stunde
A
reitet
B
reiden
C
reitt
D
reitest

Slide 12 - Quiz

Die Party ...... (enden) um zwölf Uhr
A
enden
B
ende
C
endest
D
endet

Slide 13 - Quiz

Het voltooid deelwoord (nieuw)

Slide 14 - Slide

Aufgabe 3
Nieuwe grammatica van het voltooid deelwoord 
Je mag fluisteren

Slide 15 - Slide

Voltooid deelwoord van
spielen
Regel= ge+stam+t

Slide 16 - Open question

Voltooid deelwoord van:
tanzen
Regel= ge+stam+t

Slide 17 - Open question

Voltooid deelword van:
zeigen

Slide 18 - Open question

Voltooid deelwoord van:
machen

Slide 19 - Open question

Voltooid deelwoord van:
sein

Slide 20 - Open question

Aufgabe 4 
Luisteropdracht 

Slide 21 - Slide

6

Slide 22 - Video

00:49
Hoe veel toeschouwers komen gemiddeld naar een "bundesliga"voetbalwedstrijd? (Stadion)
A
minder dan 45.000
B
ongeveer 54.000
C
meer dan 45.000
D
ongeveer 70.000

Slide 23 - Quiz

01:58
Hoe oud waren de jongste kinderen toen ze begonnen met voetballen?
A
drieënhalf jaar
B
zeven jaar
C
vierenhalf jaar

Slide 24 - Quiz

02:25
Wat kun je van voetbal voor het leven leren?

Slide 25 - Open question

04:17
Vertaal naar het Nederlands
"Endlich ein Tor!"

Slide 26 - Open question

04:53
Hoe belangrijk is voetbal in Nederland? En is er een verschil met Duitsland

Slide 27 - Open question

05:07
Wat is de favoriete voetbalvereniging van mevrouw Nijenkamp
A
Bayern- München
B
BVB 09
C
Schalke 04
D
VfL Bochum

Slide 28 - Quiz

Was hast du heute gelernt? 

Slide 29 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Slide

Auf Wiedersehen!

Slide 31 - Slide