Les 22 Herhaling

Les 22 Herhaling
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 22 Herhaling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • opdrachten bespreken vorige les
  • Tips voor de toets
  • Herhaling per hoofdstuk
  • Zelf aan de slag met opdracht

Slide 2 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 3 - Slide

Tips voor de toets (1/2)
De toets betreft de volgende hoofdstukken:
  • Module 5 Hoofdstuk 1: Speltheorie
  • Module 5 hoofdstuk 2: Samenwerken
  • Module 6 hoofdstuk 1: Risico
  • Module 6 hoofdstuk 2: Verzekeren

De toets is op donderdag 20 maart om 11:00 uur.

Slide 4 - Slide

Tips voor de toets (2/2)
  • De stof betreft vooral begrijpen en toepassen en slechts een klein gedeelte berekenen. Zorg dus dat je de stof toe kunt passen.
  • Toepassen kun je het beste oefenen met het maken van oefeningen
  • Zorg dat je de begrippen kunt uitleggen: Je hoeft ze dus nooit letterlijk te reproduceren, maar je moet ze kunnen toepassen.
  • Zorg dat je oefent met hoe je een vraag beantwoord: Staat er bijvoorbeeld een economisch begrip in een vraag, leg die eerst uit en leg vervolgens het gevraagde verband uit. 

Slide 5 - Slide

Herhaling per hoofdstuk

Slide 6 - Slide

M5 H1: Speltheorie
  • Zorg dat je de 3 stappen kunt toepassen:  4 vragen beantwoorden, opbrengstenmatrix en speluitkomst.
  • De 4 vragen zijn:
  1. Wie zijn de spelers?
  2. Wat is hun doelstelling?
  3. Wat zijn hun mogelijke acties?
  4. Is het spel gelijktijdig of volgtijdig?

Slide 7 - Slide

M5 H1: Speltheorie
Opbrengstenmatrix




Nashevenwicht: Situatie waarin elke speler zijn beste actie heeft gekozen, gegeven de acties van alle andere spelers

Slide 8 - Slide

M5 H1: Speltheorie
Opbrengstenboom
(bij volgtijdig spelen)

Slide 9 - Slide

M5 H2 Samenwerken
  • Zorg dat je kunt uitleggen waarom iets een gevangenendilemma is
  •  Ken de basisprincipes
    van een gevangenen-
    dilemma

Slide 10 - Slide

Basisprincipes gevangenendilemma
  • Beiden moeten tegelijk een beslissing nemen
  • De beslissingen staan los van elkaar maar beïnvloeden elkaar
  • De beslissing is eenmalig
  • Beiden beschikken over dezelfde informatie
  • Iedereen kiest voor z'n eigen belang
  • Het is een keuze uit twee mogelijkheden
  • Ze kunnen niet overleggen
  • Beide spelers hebben een dominantie strategie, maar wanneer ze die kiezen, is de uitkomst (collectief gezien) niet optimaal

Slide 11 - Slide

M5 H2 Samenwerken
  • Zorg dat je weet hoe je uit een gevangenendilemma komt
  • Collectieve goederen: goederen waarvan niemand uitgesloten kan worden en waarbij de consumptie van ten koste gaat van andermans consumptie
  • Meeliftgedrag: waarbij iemand wel meeprofiteert, maar niet bijdraagt.
  • Vergelding: wraak nemen op de actie van een speler. Kan alleen bij een spel waarbij herhaald gespeeld wordt.

Slide 12 - Slide

Herhaald spelen

Slide 13 - Slide

M6 H1 Risico
Risico = kans * schade

Wanneer gevraagd wordt wat het risico van iets is, dien je dus beide factoren mee te nemen. Bijvoorbeeld: Wat is het risico bij een telefoon die kapot gaat?

Kans dat telefoon kapot gaat * de schade als de telefoon kapot gaat = risico dat telefoon kapot gaat.

Slide 14 - Slide

M6 H1 Risico
  • Vrijwillig risico: Risico dat je kunt vermijden
  • Onvrijwillig risico: Risico dat je niet kunt vermijden
  • Risico-aversie: Risico's proberen te vermijden. Een risico-avers persoon neemt minder risico dan een rationeel persoon zou doen. Iemand die niet risico-avers is, neemt meer risico dan een rationeel persoon zou doen.

  • Verwachte opbrengst = gemiddelde opbrengst - gemiddelde kosten

Slide 15 - Slide

M6 H2 Verzekeren
  • Verzekeren = risico's afdekken
  •  De verzekeraar verwacht hiervoor premie, de totale premie minimaal de totale schade voor de verzekeraar zijn
  • Risico en rendement staan met elkaar in verband: Hoe hoger het risico, hoe hoger de vergoeding (oftewel het rendement) daarvoor moeten zijn.

Slide 16 - Slide

Zelf aan de slag
Ga aan de slag met de toegepaste opdrachten. Begin daarbij met Hoofdstuk 2, paragraaf 4, opdracht 2.

Slide 17 - Slide