Nederlands H4: Lijdend voorwerp

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

poetsen
luisteren
Voltooid deelwoord met t

Voltooid deelwoord met d
groeten
rennen
horen
vragen
wandelen
maken
fietsen
pakken
tekenen
leren

Slide 5 - Drag question

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
slapen
gedaan
doen
schrijven

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

wat is een meewerkend voorwerp
A
aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
B
aan wie/voor wie + gezegde + voorzetsel (+ lijdend voorwerp)?
C
aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp (+bezittelijk voornaamwoord)?
D
aan wie/ voor wie + hulpwerkwoord + onderwerp (+ lijdend voorwerp)?​

Slide 11 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

'Wil hij een ijsje van mij hebben?'
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'

Meneer Hoekstra heeft hem het nieuwtje al verteld.

Slide 13 - Open question

Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'

Heb je voor Rofaida ook een blikje meegebracht?

Slide 14 - Open question

Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'

Hem geef ik niets.

Slide 15 - Open question

Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'

Rojda heeft het mij toch verteld.

Slide 16 - Open question

timer
15:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide