argumentatievaardigheden: meisjes tegen de jongens

Argumentatievaardigheden
meisjes tegen de jongens
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Argumentatievaardigheden
meisjes tegen de jongens

Slide 1 - Slide

Waarom heb jij het nodig om goed te leren argumenteren?

Slide 2 - Open question

Doel van deze les
                           Je kan argumenten geven om een stelling te onderbouwen .                    Dit kan je toepassen bij het project 'Equality'.

Slide 3 - Slide

Bijbehorende vaktaalbegrippen
Objectief 
Subjectief
Argumentatieschema  (AUB)
Drogredeneringen

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Wat is géén signaalwoord voor een argument?
A
Want
B
Immers
C
Omdat
D
Hij zei dat

Slide 7 - Quiz

Manieren om te argumenteren
Stelling + argumentatie
Of 
Argumentatie + conclusie

Slide 8 - Slide

Hoe geef je de juiste argumenten?

Tips en tricks



Hoe zorg je ervoor dat je je zin krijgt?

Slide 9 - Slide

Geef goede argumenten!
Juist (waarheid)
Geldig (gerelateerd)
Feiten
Mening, mits onderbouwd


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Een goed argument 
(AUB-model)

Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Hoe ga je te werk?
1. Doe onderzoek naar de stelling of brainstorm
2. Bedenk drie op zichzelf staande argumenten (meervoudige redenatie)
3. Bedenk bij elk argument een voorbeeld.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Zorg dat mensen zich gezien voelen
Kijk je tegenstander aan 
Kijk naar het publiek van links naar rechts
Zorg voor interactie met je publiek

Slide 16 - Slide

Let op je houding
Ga rechtop staan
Open houding
Niet wiebelen!
Let op je handen

Slide 17 - Slide

Gebruik je stem
Tempo en toonhoogte (Hoe lager je begin is, hoe meer aandacht er zal zijn)
 Pauzes

Slide 18 - Slide

Gebruik humor
Maak het leuk
Maak het luchtig

Slide 19 - Slide

Maak spreekkaartjes
Lees niet voor
Gebruik kernwoorden
Bereid niet teveel voor

Slide 20 - Slide

Zorg voor een goed structuur in je verhaal
Pakkend begin
AUB
Krachtig einde

Slide 21 - Slide

Gebruik geen drogredeneringen
(Doe je dat wel, doe het dan overtuigend!)

De link tussen standpunt en argument klopt niet of het argument klopt inhoudelijk niet.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Oefenen!
Stelling:
Voor - tegen
Argumenteren

Overtuig de tegenpartij!

Slide 24 - Slide

Bijbehorende vaktaalbegrippen
Objectief 
Subjectief
Argumentatieschema (AUB )
Drogredeneringen

Slide 25 - Slide

Heb je de vaktaalbegrippen onder de knie?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Ik heb nog een vraag

Slide 26 - Quiz