V4 - T3 : BS6 Speciale manieren van overerven

Kan deze eigenschap X-chromosomaal?

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Kan deze eigenschap X-chromosomaal?

Slide 1 - Slide

Is deze eigenschap X-chromosomaal?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Is deze eigenschap X-chromosomaal?
  • Nee
  • Er zijn moeders met de eigenschap met zoons zonder de eigenschap
Xa
Y-
Xa
XaXa
XaY-
Xa
XaXa
XaY-
Tip: Bij een eigenschap die X-chromosomaal, recessief overerft, heeft een dochter met de eigenschap een vader die ook de eigenschap heeft.
Homozygoot recessieve dochters erven gegarandeerd een recessief allel van de vader. Aangezien de vader maar een allel heeft, heeft hij dus de eigenschap.
Xa
Y-
XA
XAXa
XAY-
Xa
XaXa
XaY-

Slide 3 - Slide

zou deze kruising ook autosomaal kunnen zijn?

Slide 4 - Slide

Kan de eigenschap autosomaal zijn?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Hoe groot is de kans op een nakomeling aaBBCcDDee uit AaBbCcDDEe x aaBbccDdee?
A
1/16
B
1/32
C
1/64
D
1/128

Slide 6 - Quiz

Bij de vorming van de haarkleur van een bepaald diersoort zijn twee allelenparen betrokken, die onafhankelijk van elkaar overerven. Wanneer van die allelenparen uitsluitend recessieve allelen voorkomen (ppqq), is de haarkleur wit.
Waneer van één van beide paren een dominant allel voorkomt, is de haarkleur geel. Waneer van ieder allelenpaar tenminste één dominant allel voorkomt, is de haarkleur bruin.

Een bruin en wit dier worden gekruist. Een van de nakomelingen is wit. Wat is het genotype van het bruine ouderdier?
A
ppQQ
B
PpQQ
C
PpQq
D
ppQq

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Gekoppelde overerving

Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving

Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Leber's opticus atrofie wordt mitochondriaal overgeërfd. Bij mannen komt deze ziekte vaker voor dan bij vrouwen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 17 - Quiz

Bij kippen is het allel voor een erwtenkam (E) dominant over dat voor een enkelvoudige kam (e); het allel voor gevederde poten (G) is dominant over dat voor kale poten (g)

Een hen met een erwtenkam en gevederde poten wordt gekruist met een haan met een enkelvoudige kam en kale poten. Onder de directe nakomelingen bevinden zich vier verschillende fenotypen.

Wat was het genotype van de hen?
A
EEGG
B
EEGg
C
EeGG
D
EeGg

Slide 18 - Quiz

Men kruist AaBb x AaBb.
De allelen erven gekoppeld over waarbij A en b op 1 chromosoom liggen en a en B ook.
Hoe groot is de kans op het genotype aabb
A
100%
B
25%
C
0%
D
50%

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
57 t/m 61 van thema 3 genetica
timer
5:00

Slide 20 - Slide