Verkeer 3.1 (8 nuts)

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 8

Doel van de les:

• Hoe je rekening kunt houden met ander weer;
  
• Hoe je je veilig gedraagt bij onoverzichtelijkheid;
  
• Welke risico's je soms neemt in het verkeer;
  
• Hoe je fietst bij grote voertuigen.

Kijk goed naar het plaatje van net.
Wie hebben er hier voorrang?

1. Uma en Britt, want die komen van rechts.
2. De rode auto, want die rijdt op een voorrangsweg.
3. De witte bus, want die komt van rechts.
4. Uma en Britt, want de rode auto heeft haaientanden.

Britt houdt onvoldoende rekening met het weer?
Noem 2 dingen waaraan je dit ziet.

Je ziet hier 3 lastige verkeersituaties.

A

B

C

Vul voor in waarom elke verkeersituatie lastig is.

A is lastig want, / B is lastig want, / C is lastig want,

Fietsen en grote voertuigen.
Houd 3 meter afstand, dan ben je uit de dode hoek.

1. Waar
2. Niet waar

Een bus mag je bij een bushalte altijd inhalen.

1. Waar
2. Niet waar

Je kunt veilig achter een vrachtwagen gaan staan die achteruit rijdt.

1. Waar
2. Niet waar

Een vrachtwagen die van links de bocht omkomt, kan soms op jouw weghelft komen.

1. Waar
2. Niet waar

Een landbouwvoertuig kan soms de hele wegbreedte innemen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat hebben we
geleerd?