Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3
Even goed opletten!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
VerkeerBasisschoolGroep 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Even goed opletten!

Slide 1 - Slide

Wie heeft gelijk?
Buiten de bebouwde kom zijn veel meer onoverzichtelijke plekken dan binnen de bebouwde kom.
Bij een onoverzichtelijke plek zie je elkaar niet aankomen. Daarom moet iedereen extra goed opletten.
Alleen kinderen hebben last van onoverzichtelijke plekken. Volwassenen zijn langer en kunnen alles dus beter zien.

Slide 2 - Drag question

Een drukke straat met veel geparkeerde auto's langs de weg.
A
overzichtelijk
B
onoverzichtelijk

Slide 3 - Quiz

Een onverharde weg zonder bomen langs de kant. Je ziet in de verte een tractor aankomen.
A
overzichtelijk
B
onoverzichtelijk

Slide 4 - Quiz

Hoe haal je veilig in.
We gaan zo zinnen in de juiste volgorde zetten.

Je fietst op de weg en op jouw weghelft staat een grote
container. Daar moet je omheen fietsen. Hoe doe je dat veilig?

Slide 5 - Slide

1
2
3
4
5
langs de container fietsen
naar voren kijken
weer rechts op de rijbaan gaan rijden
verkeer dat achterop of tegemoet komt voor laten gaan
achterom kijken

Slide 6 - Drag question

Een smalle straat met hoge heggen. Er zijn veel uitritten en er fietsen veel kinderen.
A
overzichtelijk
B
onoverzichtelijk

Slide 7 - Quiz

Een scherpe bocht met dikke, dichtbegroeide bomen. Kunt niet om de bocht kijken.
A
overzichtelijk
B
onoverzichtelijk

Slide 8 - Quiz

Welk verkeer zou je tegen kunnen komen op dit fietspad?
een fietser
een voetganger
een auto
een tractor
een ruiter op een paard
een vrachtwagen

Slide 9 - Drag question

Schrijf 3 dingen op
waar een weg glad
van kan worden!

Slide 10 - Mind map

Wanneer mag je een landbouwvoertuig inhalen?
A
Als het landbouwvoertuig gaat afslaan
B
Als het landbouwvoertuig heel langzaam rijdt door zware lading.
C
Als het voertuig stilstaat langs de weg

Slide 11 - Quiz

Wat is waar over een landbouwvoertuig?
A
De bestuurder zit hoog en kan daarom het andere verkeer goed zien aankomen.
B
De bestuurder kan jou niet goed zien als je vlak achter of naast hem fietst.

Slide 12 - Quiz