Grammatik: starke Verben mit e oder a im Verbstamm
Leesstrategieën
Cito: Lesen
Planung
Aufgabe Woche 19
Zum Schluss
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Items in this lesson
Mittwoch, den 10. Mai 2023
Willkommen
Nachsehen Aufgaben Woche 16
Ziele Unterrichtsstunde
Lernliste Kapitel 5
Grammatik: starke Verben mit e oder a im Verbstamm
Leesstrategieën
Cito: Lesen
Planung
Aufgabe Woche 19
Zum Schluss
Slide 1 - Slide
Nachsehen Aufgaben Woche 16:
Stencil der- en ein-Gruppe (met voorzetsels 3e en 4e naamval) voorkant.
Slide 2 - Slide
Ziele Unterrichtsstunde:
Je begrijpt de kern van een tekst.
Je kunt de sterke werkwoorden met a en e in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Je kunt de woorden uit de Lernliste toepassen.
Slide 3 - Slide
Lernliste Kapitel 5 Seite 88
Bespreek met buurman/-vrouw rechterrijtje.
Wat zijn aandachtspunten? Waar kunnen fouten ontstaan?
Gezamenlijk bespreken aandachtspunten.
timer
1:00
Slide 4 - Slide
Grammatik: starke Verben
Sterke werkwoorden met een e of a in de stam.
Slide 5 - Slide
Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
du/er/sie/es/man -> i of ie
è uitspraak -> i
ee uitspraak -> ie
Slide 6 - Slide
Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
nehmen -> bij du/er/sie/es/man: hwordt m -> du nimmst/er/sie/es nimmt
geben -> i niet ie
treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t treten -> i niet ie
du trittst
er/sie/es/man tritt
Slide 7 - Slide
Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw: -> du/er/sie/es/man -> ä
Aandachtspunten:
bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
d of t
du hältst er/sie/es/man hält
Slide 8 - Slide
Leestoets strategieën:
Voor het lezen: vorm een beeld van de tekst. Wat voor type tekst is het?
Lees alleen de vragen, niet de antwoorden!!
Tijdens het lezen: 1e tekst scimmen, 2e scannen, 3e intensief lezen.
De eerste en de laatste zin van een alinea geven vaak belangrijke informatie.
Voor het beantwoorden van vragen eerst zelf antwoord bedenken en nog niet de antwoorden lezen!!!
Meerkeuze vragen wegstrepen van vragen. Vaak lijken antwoorden veel op elkaar en zijn er antwoorden met klinkklare onzin.
Gatentekst: Lees alinea eerst globaal, daarna voor en na het 'gat'. Vertaal de zin. Wat zou je in het Nederlands invullen. Kijk daarna pas na de antwoorden. Leer signaalwoorden met hun functie uit je hoofd!
Let bij beweringsvragen (wel/niet vragen) op versterkende woorden zoals: gerade, häufig, immer, je, jeden Tag/Monat/.. . , völlig, ziemlich.
Tip: Staat er in de tekst een dubbele punt :dan volgt meestal een antwoord, ditzelfde geldt voor tekst tussen aanhalingstekens “ ” en na een tussenliggend streepje - .
Slide 9 - Slide
Lesen
Cito leesteksten
timer
1:00
Slide 10 - Slide
Planung:
Iedere les onderdelen gezamenlijk. (uitleg/aantekeningen/nakijken/lezen)
Keuze in de les uit:
maken opdrachten/huiswerk
leren woordjes K5 ( bijv. slim stampen/blooket)
leren grammatica K5 (bijv. slim stampen)
lezen cito teksten + nakijken + reflectie
leren wrts veel voorkomende woorden (examen idioom) (link in Teams)
leren wrts vraagzinnen D->NL (link in Teams)
Link LessonUp der- en ein-Gruppe
Slide 11 - Slide
Aufgaben Woche 19:
Leren Lernliste Seite 88 linkerrijtje NL-D + Leren Grammatik Seite 90 + aantekeningen
Maken: Aufgaben 2, 4, 6 en 7 Seiten 55-57
Online staat klaar:
slim stampen Lernliste + Grammatik
In teams staat klaar:
links wrts examen idioom
link wrts veel voorkomende vraagzinnen leesteksten