Thema Giftige stoffen deel 2

Thema Giftige stoffen deel 2
Gevaarlijke stoffen 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Veilig op StagePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema Giftige stoffen deel 2
Gevaarlijke stoffen 

Slide 1 - Slide

Na deze les weet je
  • wat de meest voorkomende gevarenpictogrammen zijn en kun je uitleggen wat ze betekenen.
  • wat een gevarendiamant
  • wat het verschil is tussen een chronische en acute vergiftiging

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Dit is het symbool voor een................
A
Bijtende stof
B
Giftige stof

Slide 4 - Quiz

Acute vergiftiging en Chronisch vergiftiging​

Wie weet het verschil?

Slide 5 - Slide

Acute vergiftiging
Direct veel blootstelling aan een giftig stof ​

bijvoorbeeld overdosis drugs, koolstofmonoxide​
Vaak goed te behandel als je snel hulp krijgt ​

Slide 6 - Slide

Chronische vergiftiging
Langere periode kleine beetjes blootstelling aan een giftige stof​

Blootstelling aan asbest of werken met de verf chroom 6​
Vaak moeilijk te behandelen​

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

wat betekent bovenstaand symbool
A
giftig
B
irriterend
C
ontplofbaar
D
bijtend

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat betekent bovenstaande afbeelding
A
irriterend
B
ontplofbaar
C
bijtend
D
giftig

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

wat betekend bovenstaande afbeelding
A
bijtend
B
giftig
C
ontplofbaar
D
irriterend

Slide 13 - Quiz

Gevaarlijke stoffen kun je ook via je ogen binnen krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke soort stof krijg je makkelijk via je huid binnen?
A
Kunststof
B
Vloeistof
C
Vaste stof

Slide 15 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat je een wond afdekt als je met gevaarlijke stoffen werkt?
A
Anders geneest de wond minder snel
B
De wond kan groter worden
C
Via de wond kan een gevaarlijke stof in je bloed komen

Slide 16 - Quiz

Verf op waterbasis in plaats van verf op terpentinebasis is een voorbeeld van een gevaarlijke stof vervangen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

H- en P-zinnen
H-zinnen (hazard)
  - Gezondheidsgevaren
P-zinnen (precaution)
- Voorkomen van ongelukken


Slide 18 - Slide

Wat zijn H-zinnen?
A
Zinnen die het gevaar aangeven (hazard)
B
Zinnen die vertellen hoe je veilig kunt werken
C
Zinnen die vertellen wat er in een product zit

Slide 19 - Quiz

Hoe giftiger de stof, hoe zieker je ervan wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Waardoor kun je de schildersziekte krijgen?
A
Je hebt veel met asbest gewerkt
B
Je hebt veel in terpentinedamp in verf gewerkt
C
Je hebt veel met lood gewerkt
D
Je hebt geen PBM's gebruikt

Slide 21 - Quiz

Hoe ontstaat een koolmonoxide
vergiftiging?
A
Er is veel rook in huis
B
Er is te weinig zuurstof in huis
C
Er zijn veel gevaarlijke stoffen in huis
D
Er is een slechte verbranding in de verwarmingsketel

Slide 22 - Quiz

Wat betekent het symbool op het plaatje?
A
Gevaarlijk voor je huid
B
Gevaarlijk voor kinderen
C
Gevaarlijk voor de natuur en dieren
D
Gevaarlijk voor jouw gezondheid

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Gevarendiamant. Dit geeft het risico aan van de giftige stof (welke is verpakt of is vervoerd).

Slide 25 - Slide


Wat betekent het blauwe vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 26 - Quiz


Wat betekent het rode vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 27 - Quiz



Wat betekent het gele vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 28 - Quiz



Wat betekent het witte vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 29 - Quiz

Einde thema Giftige stoffen
Maken opdracht les 2 Giftige stoffen
De opdracht staat in Its Learning

Slide 30 - Slide