B- VCA Giftige stoffen h5 Strux

Hoofdstuk 5: Giftige stoffen
Gevaarlijke stoffen 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
VcaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: Giftige stoffen
Gevaarlijke stoffen 

Slide 1 - Slide

Na deze les weet je
  • wat de meest voorkomende gevarenpictogrammen zijn en kun je uitleggen wat ze betekenen (Dit weet je al!!)
  • wat een chemiekaart is en een gevarendiamant.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vorige week?
Gevarenpictogrammen, 
wat waren dat ook alweer?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

even checken....



Slide 6 - Slide

Wat zijn gevarensymbolen?
A
Kleine tekeningetjes, pictogrammen
B
Heel veel gevaarlijke stoffen bij elkaar
C
Een tekst op een etiket

Slide 7 - Quiz

Gevaarlijke stoffen kun je ook via je ogen binnen krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Waarom moet je niet eten op je werkplek?
A
Er is te weinig ruimte
B
Dat is ongezellig
C
Je kunt gevaarlijke stoffen op je eten krijgen
D
Je hebt dan geen plaats om te zitten

Slide 9 - Quiz

Welke soort stof krijg je makkelijk via je huid binnen?
A
Kunststof
B
Vloeistof
C
Vaste stof

Slide 10 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat je een wond afdekt als je met gevaarlijke stoffen werkt?
A
Anders geneest de wond minder snel
B
De wond kan groter worden
C
Via de wond kan een gevaarlijke stof in je bloed komen

Slide 11 - Quiz

Verf op waterbasis in plaats van verf op terpentinebasis is een voorbeeld van een gevaarlijke stof vervangen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Op welke manier kun je NIET een gevaarlijke stof binnen krijgen
A
Via je mond
B
Via een wond
C
Via je oren
D
Via je longen

Slide 13 - Quiz

H- en P-zinnen
H-zinnen (hazard)
  - Gezondheidsgevaren
P-zinnen (precaution)
- Voorkomen van ongelukken


Slide 14 - Slide

Wat zijn H-zinnen?
A
Zinnen die het gevaar aangeven (hazard)
B
Zinnen die vertellen hoe je veilig kunt werken
C
Zinnen die vertellen wat er in een product zit

Slide 15 - Quiz

Hoe giftiger de stof, hoe zieker je ervan wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe ontstaat een koolmonoxide
vergiftiging?
A
Er is veel rook in huis
B
Er is te weinig zuurstof in huis
C
Er zijn veel gevaarlijke stoffen in huis
D
Er is een slechte verbranding in de verwarmingsketel

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het symbool op het plaatje?
A
Gevaarlijk voor je huid
B
Gevaarlijk voor kinderen
C
Gevaarlijk voor de natuur en dieren
D
Gevaarlijk voor jouw gezondheid

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

opdrachten maken tot en met blz 48
timer
12:00

Slide 20 - Slide

Chemiekaarten 
             en 
veiligheidskaarten


Slide 21 - Slide

Chemiekaart

  • belangrijke gegevens van een stof, bovenste blok, alle gegevens van een stof

  • linksboven vlampunt en de oplosbaarheid in water
  • Vlampunt: laagste temperatuur waarbij de damp van een vloeistof in brand kan vliegen
  • MAC waarde: Maximaal Aanvaardbare Concentratie (van gas, nevel of damp in de lucht) waar je nog net niet ziek van wordt. 
  • Directe gevaren/verschijnselen.
  • preventie
  • blusstoffen/eerste hulp

Slide 22 - Slide

Gevarendiamant blz 52 in je boek.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat betekent het blauwe vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het rode vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 26 - Quiz

Wat betekent het gele vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 27 - Quiz

Wat betekent het witte vlak?
A
Brandgevaar
B
Gezondheidsrisico
C
Reactiviteit
D
Specifiek gevaar

Slide 28 - Quiz

Maken opdrachten tot en met blz 56

Klaar?


online oefenen met de stof.

Slide 29 - Slide

lescheck
Wat zie je hiernaast?

Slide 30 - Slide

lescheck
Hoe heet deze afbeelding?
Leg uit wat de kleuren betekenen.

Is er een groot risicio op:
brandgevaar,
persoonlijk gevaar


Slide 31 - Slide

Wat heb je geleerd?
0 = niks
10 = veel
010

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide