Les lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesplanning

- Werkwoordspelling en daarna lekker lang lezen! :)

- Nakijken 

- Opdrachten uit lesboek

Schrijf op in je schrift. Klaar? Lezen

Een mus……………………………..(broeden) gewoonlijk drie keer per jaar.  

Mijn moeder……………………………(zwemmen) vorige week wel 30 baantjes in het zwembad.   

Die leraar heeft vandaag al het leerwerk………………………..(overhoren).  

Ik zou graag een keer …………………………..(rennen) naar school willen gaan.  

Heb je je niet……………………………..(vervelen), toen je zo lang moest wachten?   

Toen de chef ons in het voorbijgaan een knipoogje gaf, ……………………………….(vermoeden) we al dat we een salarisverhoging kregen.  

Wat………………………….(verbeelden) jij je wel; je hebt hier niets over te zeggen.  

De buurman staat al de hele ochtend…………..............(zingen) te douchen.  

Ieder jaar wordt een groot deel van Egypte door de Nijl…………………(overstromen).  

De docent……………………….(beantwoorden) alle vragen van de leerlingen over de werkwoordspelling.  

Kijk na

Een mus broedt gewoonlijk drie keer per jaar. 

  Mijn moeder zwom vorige week wel 30 baantjes in het zwembad. 

Die leraar heeft vandaag al het leerwerk overhoord. 

Ik zou graag een keer rennend naar school willen gaan. 

Heb je je niet verveeld, toen je zo lang moest wachten? 

Toen de chef ons in het voorbijgaan een knipoogje gaf, vermoedden we al dat we een salarisverhoging kregen. 

Wat verbeeld jij je wel; je hebt hier niets over te zeggen. 

De buurman staat al de hele ochtend zingend te douchen. 

Ieder jaar wordt een groot deel van Egypte door de Nijl overstroomd. 

De docent beantwoordt alle vragen van de leerlingen over de werkwoordspelling. 

Pak je schrift en een pen

Tekstverbanden 

Met een tekstverband breng je samenhang aan tussen zinnen en alinea's.

Er zijn 11 tekstverbanden, ieder tekstverband heeft z'n eigen signaalwoorden (verbindingswoorden). > Niet spieken in je boek

1. Schrijf alle tekstverbanden die je kent op.
2. Noteer per tekstverband 3 signaalwoorden.

3. Leg jouw lijstje naast dat van je buurman/buurvrouw.

4. Voeg de lijsten samen tot 11 tekstverbanden (of zoveel als je je kunt herinneren).

5. Stuur het lijstje naar LessonUp

Noteer hier de tekstverbanden met 3 signaalwoorden.

Vul jouw lijst aan in je schrift

Aan het werk met 1.3

Aan de slag met: §1.3) 2, 4,5, 6, 8, 9, 11 en 13

Deze opdrachten maak je voor jezelf in stilte.

Ik loop rond voor vragen.

Klaar: Kijk je antwoorden na.

Daarmee klaar: Verder in leesboek 

Wachten op je plek tot de bel gaat

Lesplanning

- Fictie

-Werkwoordspelling en daarna lekker lang lezen! :)

- Nakijken ww-spelling

- Opdrachten uit lesboek

Schrijf op in je schrift. Klaar? Lezen

…………………………..(worden) jij volgende week 16 jaar?  

Toen Schiphol vanwege het slechte weer was gesloten,………………………………..(landen) ons vliegtuig in Duitsland.   

De rozen blijven veel mooier, als je ze …………………………(vastbinden).   

Ik viel door de ruit van de serre en…………………………….(verwonden) me aan de glasscherven.  

Omdat het water nog voortdurend steeg,…………………………..(vluchten) de mensen naar hoger gelegen plaatsen.   

De hulp die hij kreeg, heeft zijn werk enorm ……………….……..(verlichten). 

Het concert viel zo in de smaak dat het……………………………(herhalen) moest worden.  

Vlees………………………..(braden) men in boter of margarine.  

Gisteren ………………………..(vinden) ik in de achtertuin een schatkist.  

Wij…………………..(doen) vorig jaar mee aan een triatlon.   

Hij liep………………….(glimlachen) het lokaal uit, omdat de SO zo goed ging. 

Nakijken

Word jij volgende week 16 jaar? 

Toen Schiphol vanwege het slechte weer was gesloten, landde ons vliegtuig in Duitsland. 

De rozen blijven veel mooier, als je ze vastbindt. 

Ik viel door de ruit van de serre en verwondde me aan de glasscherven. 

Omdat het water nog voortdurend steeg, vluchtten de mensen naar hoger gelegen plaatsen. 

De hulp die hij kreeg, heeft zijn werk enorm verlicht. 

Het concert viel zo in de smaak dat het herhaald moest worden. 

Vlees braadt men in boter of margarine. 

Gisteren vond ik in de achtertuin een schatkist. 

Wij deden vorig jaar mee aan een triatlon. 

Hij liep glimlachend het lokaal uit, omdat het SO zo goed ging. 

Tekstverbanden

Welke ken je? Vul die in op de lessonup

Noteer hier de tekstverbanden met 3 signaalwoorden.

Aan het werk met 1.3

Aan de slag met: §1.3) 2, 4,5, 6, 8, 9, 11 en 13

Deze opdrachten maak je voor jezelf in stilte.

Ik loop rond voor vragen.

Klaar: Kijk je antwoorden na.

Daarmee klaar: Verder in leesboek 

Wachten op je plek tot de bel gaat