Leven als jagers en verzamelaars in de prehistorie

Leven als jagers en verzamelaars in de prehistorie

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een beschrijving geven van hoe het leven voor jagers en verzamelaars was in de prehistorie.

Wat weet je al over het leven van jagers en verzamelaars in de prehistorie?

Wat zijn jagers en verzamelaars?

Jagers en verzamelaars zijn mensen die in de prehistorie leefden en hun voedsel verkregen door te jagen op dieren en het verzamelen van eetbare planten.

Jachttechnieken

Jagers gebruikten speren, pijl en boog en stenen werktuigen om dieren te doden. Ze werkten vaak in groepen om grote dieren te kunnen vangen.

Verzameltechnieken

Verzamelaars zochten naar eetbare planten, noten, zaden en vruchten. Ze gebruikten gereedschap zoals manden om hun verzamelde voedsel te dragen.

Nomadische levensstijl

Jagers en verzamelaars leefden een nomadische levensstijl, wat betekent dat ze regelmatig van plaats naar plaats trokken op zoek naar voedsel.

Samenleving en rollen

Jagers en verzamelaars leefden in kleine groepen, meestal bestaande uit familieleden. Mannen jaagden, terwijl vrouwen voornamelijk verantwoordelijk waren voor het verzamelen van voedsel en het zorgen voor kinderen.

Materiaalgebruik

Jagers en verzamelaars maakten gebruik van natuurlijke materialen zoals hout, steen, botten en dierenhuiden om gereedschap, kleding en onderdak te maken.

Invloed op de levensstijl

De levensstijl van jagers en verzamelaars werd voornamelijk bepaald door de beschikbaarheid van voedselbronnen en het klimaat van het gebied waarin ze leefden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.