Leer bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Leer bijvoeglijke naamwoorden in het Frans
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

Leer bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden in het Frans herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over bijvoeglijke naamwoorden in het Frans?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over 

- een zelfstandig naamwoord 
Bv. : Het huis is mooi. Het witte huis.  

- of een woord dat daarvoor in de plaats komt
Bv. Jij bent groot.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

In het Frans heb je te maken met 2 zaken: 


  1. de VORM 
  2. de PLAATS 
van het bijv.nw.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Vorming van bijvoeglijke naamwoorden
Mon frère est grand.
Ma mère est aussi grande.
Mes parents sont grands.
Mes soeurs sont aussi grandes.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

 2. Plaats van bijvoeglijke naamwoorden
Meestal staat het bijv. nw. achter het zelfstandig naamw.:
une maison rouge            :   een rood huis
un garçon intelligent      :   een slimme jongen 
les livres intéressants    :   de interessante boeken


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

 2. Plaats van bijvoeglijke naamwoorden
Vóór het zelfstandig naamwoord staan de volgende bijv.  nw. :
  1. bon             goed / lekker           un bon repas
  2. beau          mooi                             une belle jupe
  3. grand        groot                            une grande maison
  4. nouveau   nieuw                          de nouvelles histoires
  5. petit           klein                             une petite fille
  6. vieux          oud                               une vieille dame



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefenen 
Boîte à Gram
Het bijvoeglijk naamwoord

Kijk naar het filmpje en maak de volgende opdrachten :
  • Herkennen 1
  • Herkennen 2
  • Doen 1
 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord
Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord om het zelfstandig naamwoord te beschrijven: 'la ___ maison' (het mooie huis).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Maak zinnen met bijvoeglijke naamwoorden
Maak zinnen met de gegeven zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoorbeeld: 'un grand arbre' (een grote boom).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uitbreiding: Vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden
Vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om de eigenschappen van twee dingen te vergelijken. Bijvoorbeeld: 'plus grand' (groter), 'moins cher' (goedkoper).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitbreiding: Superlatieve bijvoeglijke naamwoorden
Superlatieve bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om de hoogste graad van een eigenschap aan te geven. Bijvoorbeeld: 'le plus grand' (de grootste), 'la moins chère' (de goedkoopste).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Vergelijkende en superlatieve bijvoeglijke naamwoorden
Maak zinnen met de gegeven zelfstandige naamwoorden en gebruik vergelijkende en superlatieve bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
  1. Een bijvoeglijk naamwoord in het Frans beschrijft een eigenschap van een zelfstandig naamwoord
  2. Qua VORM moet het overeenkomen in geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord.
  3. Qua PLAATS worden bijvoeglijke naamwoorden meestal achter het zelfstandig naamwoord geplaatst, behalve bon, beau, grand, nouveau, petit, vieux, etc.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Einde van de les
Bedankt voor het volgen van de les! Je hebt nu geleerd hoe je bijvoeglijke naamwoorden in het Frans kunt gebruiken.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.