(2) Schrijven: een zakelijke e-mail schrijven

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Lesdoel
  2. Schrijven: een zakelijke e-mail schrijven
  3. Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Opdracht 2
  • 1 willen = wg; willen = zww. [bruin] worden = ng; worden = kww
  • 2 had gezet = wg; had = hww, gezet = zww. verliet = wg; verliet = zww
  • 3 bewaren = wg; bewaren = zww. worden weggegooid = wg; worden = hww, weggegooid = zww
  • 4 meevroeg = wg; meevroeg = zww. keek aan = wg; keek aan = zww (aankijken)
  • 5 hoeft te vragen = wg; hoeft = hww, vragen = zww. weet = wg; weet = zww
  • 6 Kunt vertellen = wg; kunt = hww, vertellen = zww. [open] is = ng; is = kww

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5
  • ‘De (blw) knalpijpen (zn) glansden (zww) als (vgw) bazuinen (zn), 
  • de (blw) wereld (zn) leek (hww) te (vz) verschroeien (zww) in (vz) allesverzengend (bn) lawaai (zn) wanneer (vgw) de (blw) jongens (zn) het (blw) gaspedaal (zn) intrapten (zww) met (vz) de (blw) koppeling (zn) in (bw), 
  • alleen (bw) om (vgw) te (vz) laten (hww) weten (zww) dat (vgw) ze (pers.vnw) bestonden (zww), 
  • zodat (vgw) níemand daaraan zou (hww) twijfelen (zww), 
  • want (vgw) wat niet (bw) weerkaatst (zww), 
  • bestaat (zww) niet (bw).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het voegwoord: maar

is een ...................voegwoord
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen) zitten
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin) staan

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Het voegwoord 'terwijl'

is een .................voegwoord.
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen) zitten
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin) staan

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Het voegwoord: OMDAT is een voegwoord die een .....
A
Tijdsvolgorde (staan)
B
tegenstelling (zitten)
C
oorzaak (zitten op tafel)

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Schrijven
  • Een zakelijke e-mail schrijven
  • Een bouwplan maken
  • Een interview uitwerken
  • Een overtuigende tekst schrijven
  • Een beoordeling schrijven
  • Publiekgericht schrijven

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen schrijven
  • Je kunt een correcte zakelijke e-mail schrijven
  • Je kunt een bouwplan voor een tekst maken
  • Je kunt een interview uitwerken tot een artikel
  • Je kunt een overtuigende tekst schrijven met een inleiding, middenstuk en slot en de lezer overtuigen van jouw standpunt met behulp van argumenten
  • Je kunt een beoordeling schrijven met als basis een bouwplan
  • Je kunt het taalgebruik, de toon en lay-out van een tekst aanpassen aan het publiek

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel vandaag
  • Je kunt een correcte zakelijke e-mail schrijven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Filmpje NN: een zakelijke e-mail schrijven?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dagwerk in duo's
Waar? 
Bladzijde 18-19

Welke opdrachten?
1 tot en met 3

Hoe lang de tijd? 
25 minuten

Al klaar?
Vraag dan het feedbackformulier, zodat je kunt gaan beoordelen

timer
25:00
Tekst

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voegwoorden
Wat weet je hier nu over?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions