Wanneer gebruik je een komma?
- tussen twee persoonsvormen
- tussen de delen van een opsomming
- na een naam of uitroep
- voor het woord maar (als dit een tegenstelling aangeeft)
- voor doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra
dubbele punt: als je iets aankondigt of opsomt.