Spelling H1 beginsituatie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Aan het werk: blz 33

Kijk op lessonup voor extra uitleg

Opdracht 2 t/m 5 in de les

klaar?

Huiswerk voor vrijdag:

T/m opdracht 8 van spelling

Theorie

Spelling H1:

Hoofdletters

1. Aan het begin van een zin
2. Bij namen
3. Bij woorden die van namen zijn afgeleid

Niet bij:

dagen, maanden, seizoenen en windstreken

Leestekens

Punt: aan het einde van een gewone zin

Vraagteken: aan het einde van een vraag

Uitroepteken: aan het einde van een zin om extra nadruk te geven

Komma:

• Tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
• Tussen twee persoonsvormen
• Na een naam of een uitroep aan het begin van een zin
• Voor een naam of een uitroep aan het einde van een zin
• Voor voegwoorden (maar, omdat, tenzij, want etc.)

Leestekens vervolg

Dubbele punt: voor een toelichting of aankondiging (van bijvoorbeeld een opsomming of citaat)

Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.

Aanhalingstekens: Voor en na een citaat

Peter zegt: "Hier ben ik geboren."

-d of -t? Bij niet pv.

Langer maken --> hoor je een -d, dan een d. Hoor je een -t, dan een t.

OF

't ex kofschip, zit de laatste letter van de stam erin. 

Dan een -t.

Meervouden

Meervoud op -en:

- -en achter een woord.

- Soms een letter verdubbelen (hok - hokken).

- Soms een a, e, o of u weghalen (been - benen)

- Soms van een -f een -v maken (boef - boeven)

- Soms van een -s een -z maken (huis - huizen)

- woorden op -ee krijgen meervoud met -ën (zee - zeeën)

- woorden op -ie krijgen meervoud met -ën of -n (knie - knieën,  bacterie - bacterieën)

Meervoud vervolg

Meervoud op -s:

- een -s achter het woord zetten  (kijkers)

- bij -a, -o, -u, -i of -y krijg je 's  (pony's, baby's)

- bij afkortingen krijg je 's  (wc's)

Let op: cadeaus, displays.

Bijvoeglijk naamwoord

• Bij een lange vorm een - e achter het woord zetten.
• Soms een letter verdubbelen (stil - stille)
• Soms een a, e, o of u weghalen (duur, dure)
• Soms van een -f een -v maken (lief, lieve)
• Soms van een -s een -z maken (boos, boze)