Overheid, wouter in box 3, Fictie of werkelijkheid

Wouter in box 3 
Fictie of werkelijkheid?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wouter in box 3 
Fictie of werkelijkheid?

Slide 1 - Slide

Box 3 stappenplan
Stap 1   Belastbaar vermogen: 
Bezittingen - schulden - heffingsvrij vermogen
Stap 2   Fictief rendement of inkomen in euro's: 
Via de schijven (altijd in een bron!)
Stap 3   Belasting betalen over het fictief rendement = 30% 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wouter in box 3 blz. 154
Werkboek, schrift, pen, rekenmachine en telefoon.
(Vraag 2 slaan we over) 

Doe meer, denk mee en reken mee!

Succes!

Slide 5 - Slide

Blz. 154, Wouter in box 3, vraag 1:
Het heffingsvrije vermogen in box 3 bedraagt € 30.360.
Op 1 januari 2019 heeft Wouter in totaal € 45.000 spaargeld. Hij heeft geen schulden. Bereken het belastbare vermogen voor Wouter in 2019.

Slide 6 - Open question

Blz. 154, Wouter in box 3, vraag 1:

Stap 1 Belastbaar vermogen:
Bezittingen - schulden - heffingsvrij vermogen

Bezittingen                         € 45.000 
Schulden                              € 0,-
Heffingsvrij vermogen   € 30.360   -
Belastbaar vermogen     € 14.640








Slide 7 - Slide

Blz. 154, Wouter in box 3, vraag 3:
Bereken de belasting op inkomen uit sparen en beleggen in box 3 voor Wouter in 2019 (afgerond in het voordeel van Wouter). Belastbaar vermogen is € 14.640 (zie vraag 1). Alleen getal, geen punt. Twee stappen, eerst 1,935% (vraag 2), daarna pas 30%.

Slide 8 - Open question

Blz. 154, Wouter in box 3, vraag 3:

Stap 1: Grondslag sparen en beleggen = belastbaar vermogen =  € 14.640
En daarom valt Wouter in schijf 1.

Stap 2: Door de schijven halen. Schijf 1 = 0,01935 x € 14.640 = € 283,28

Stap 3: Belasting betalen over het fictieve rendement = 30%.
€ 283,28 x 0,30 = €84, 99
Te betalen vermogensbelasting:  € 84 (voordelig afgerond)








Slide 9 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 1:
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2016.
We berekenen nu eerst alleen stap 1, het belastbaar vermogen.

Slide 10 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 1:

Stap 1 Belastbaar vermogen:
Bezittingen - schulden - heffingsvrij vermogen

Vermogen op 1 januari      € 55.000
Schulden                                 € 10.000
Heffingsvrij vermogen      € 24.437   -
Belastbaar vermogen        € 20.563








Slide 11 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 1:
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2016.
Stap 1, belastbaar vermogen is € 20.563. Nu stap 2, fictief inkomen (fictief rendement is 4%) berekenen en stap 3, de te betalen belasting (tarief is 30%) berekenen.

Slide 12 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 1:

Stap 1: Grondslag sparen en beleggen = belastbaar vermogen = € 20.563

Stap 2: Vast % fictief rendement van 4%= 0,04 x € 20.563= € 822,52

Stap 3: Belasting betalen over het fictieve rendement = 30%.
0,30 x 822,52 = € 246, 76 
Te betalen vermogensbelasting:  € 246 (voordelig afgerond)








Slide 13 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 2:
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2017.
We berekenen nu eerst alleen stap 1, het belastbaar vermogen.

Slide 14 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 2:

Stap 1 Belastbaar vermogen:
Bezittingen - schulden - heffingsvrij vermogen

Vermogen op 1 januari      € 55.000
Schulden                                 € 10.000
Heffingsvrij vermogen      € 25.000  -
Belastbaar vermogen        € 20.000








Slide 15 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 2:
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2016.
Stap 1, belastbaar vermogen is € 20.000. Nu stap 2, fictief inkomen (fictief rendement is 2,91%) berekenen en stap 3, de te betalen belasting (tarief is 30%) berekenen.

Slide 16 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 2:

Stap 1: Grondslag sparen en beleggen = belastbaar vermogen = € 20.563
En daarom valt Tessa in schijf 1.

Stap 2: Door de schijven halen. Schijf 1 = 0,0291 x 20.000 = 582,00

Stap 3: Belasting betalen over het fictieve rendement = 30%.
0,30 x 582 = € 174,60
Te betalen vermogensbelasting:  € 174 (voordelig afgerond)








Slide 17 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 3:
Stel dat er in de situatie van Tessa verder niets verandert.
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2020.
We berekenen nu eerst alleen stap 1, het belastbaar vermogen.

Slide 18 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 3:

Stap 1 Belastbaar vermogen:
Bezittingen - schulden 

Vermogen op 1 januari      € 55.000
Schulden                                 € 10.000  -
Belastbaar vermogen        € 45.000








Slide 19 - Slide

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 3:
Bereken voor Tessa de hoogte van de te betalen belasting in box 3 in 2020.
Stap 1, belastbaar vermogen is € 45.000. Stap 2, reken met werkelijk inkomen op sparen en beleggen (0,8% rente) en de heffingsvrije voet. Stap 3, de te betalen belasting (tarief is 30%) berekenen.

Slide 20 - Open question

Blz. 156, Fictie of werkelijkheid, vraag 2:

Stap 1: Grondslag sparen en beleggen = belastbaar vermogen = €  45.000

Stap 2: Werkelijk inkomen uit sparen en beleggen = 
0,8% rente / 100 = 0,008 x 45.000 =         € 360
Heffingsvrije voet =                                         € 100    -
                                                                                  € 260

Stap 3: Te betalen belasting in box 3 (2020) = 30%
0,30 x 260  = € 78








Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video