Je benoemt wat er met mastiek en mise-en-place wordt bedoeld
je laat zien hoe je moet opdekken en indekken
Je onderscheidt verschillende snijtechnieken
Je snijdt een paprika brunoise
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Lesdoelen
Je laat zien hoe je een tafel moet dekken
Je benoemt wat er met mastiek en mise-en-place wordt bedoeld
je laat zien hoe je moet opdekken en indekken
Je onderscheidt verschillende snijtechnieken
Je snijdt een paprika brunoise
Slide 1 - Slide
Mise-en-place
Als de ruimte waar gegeten wordt opgeruimd en schoon is, begin je met de mise-en-place (spreek uit als: mies-an-plas).
‘Mise-en-place’ komt uit het Frans en betekent letterlijk ‘op zijn plaats zetten’.
Mise-en-place maken betekent dat je het gastengedeelte er sfeervol en verzorgd laat uitzien.
Slide 2 - Slide
Mise-en-place
Deze activiteiten horen bij de mise-en-place:
het opdekken van de tafels
servetten vouwen
het glaswerk en bestek poleren
het menagesetje (peper- en zoutstelletje) bijvullen
het rechaud klaarzetten: daarmee houd je gerechten warm.
Slide 3 - Slide
Opdekken en indekken
Als je als gast een restaurant binnenkomt, zijn de tafels gedekt.
Er liggen tafellakens of lopers op.
Op elke tafel staan bloemetjes, een sfeerlicht, peper en zout.
Bij elke zitplaats zijn bestek, een servet en een wijnglas neergezet.
Slide 4 - Slide
Tafel dekken
Een tafel dek je in twee stappen:
tafel opdekken
tafel indekken.
Slide 5 - Slide
Opdekken
De eerste stap is het opdekken.
Je legt een molton en een tafellaken op de tafel.
En je zet de vaste attributen neer. Vaste attributen zijn de voorwerpen die standaard op elke restauranttafel staan. Bijvoorbeeld:bloemen, een kandelaar, de menage.
Slide 6 - Slide
Indekken
Daarbij zet je alle materialen op tafel die een gast gebruikt bij de maaltijd.
Deze materialen bij elkaar heten het couvert.
De wijnglazen horen ook bij het couvert.
Wat je op tafel moet zetten, hangt af van het soort bedrijf. Ieder bedrijf heeft een eigen standaardcouvert. Een tafeltje voor vier personen noem je ook wel een tafel voor vier couverts. Of een viertje.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Opdracht
Teken voor vier personen een gedekte tafel met het volgende menu: *Voorgerecht | Soep
*Hoofdgerecht | Aardappels, vlees en groenten *iets te drinken
Slide 9 - Slide
Wat weet je al van snijtechnieken?
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Video
En wat nu...?
Drie opdrachten voordat we gaan koken, je mag zelf de volgorde bepalen:
Het recept is voor 2 personen, reken uit wat de hoeveelheden zijn voor 16 personen EN voor 1 persoon.