24-09-2024

24-09-2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

24-09-2024

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesson up
  • Het is mogelijk om de lessen die jouw docent in LessonUp heeft gemaakt en gegeven nogmaals te bekijken. 
  •  Daarvoor is het wel nodig dat jij een account aanmaakt bij LessonUp.
Ga daarvoor naar https://www.lessonup.com/nl/ - menu - registreren als leerling – voer je gegevens in.
De docent geeft je een  unieke klascode.  Als je deze code invoert in de LessonUp app of op de website https://lessonup.app word je lid van de klas.

Slide 3 - Slide

¿Qué tal las vacaciones?: Experiencias
  • un lugar donde has estado
  •  una comida especial que has comido
  • algo que te ha gustado 
  • algo que no te ha gustado

Slide 4 - Slide

'En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het verhaaltje uit'.

Slide 5 - Slide


Repaso  CG A1 Unidad 7 y 9
  •  CI + Verbo gustar, encantar,etc..
  • el perfecto
  • verbos reflexivos
  • la hora/la rutina diaria


Lo que vamos a hacer hoy

Slide 6 - Slide

Om de betreffende persoon nadruk te geven of om misverstanden te voorkomen gebruik je naast me,te, le...ook nog a + het beklemtoond persoonlijk voornaamwoord.

- A él le encanta el golf y a ella la playa
Unidad 7, p.72

Slide 7 - Slide

molesta
werkwoord
onderwerp
meewerkend voorwerp
molestan

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Presente perfecto (Unidad 7) (p. 72)

Slide 10 - Slide

  • Hacer las preguntas

  • Contestar a las preguntas

Slide 11 - Slide

Unidad 9 ( p. 86)
Los verbos refexivos: de wederkerende werkwoorden

Slide 12 - Slide

Verbos reflexivos zijn wederkerende werkwoorden:

in het Spaans  bijv.     :        lavarse

in het Nederlands      :        zich wassen

                      De vervoeging:

yo  me lavo                                       ik was me

te lavas                                         jij wast je

él, ella,usted se lava                       hij, zij, u wast zich

nosotros nos lavamos                   wij wassen ons

vosotros os laváis                            jullie wassen je

ellos, ellos, ustedes se lavan        zij wassen zich

Slide 13 - Slide

¿A qué hora te levantas?
Me levanto a las siete de la mañana

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Deberes
TB: 
Terminar ejercicio de perfectos (Slide8)
Hacer ejercicio de slide 16: vul de vormen van de presente in: "Me levanto a las siete y media.....".
Repasar "¿ Qué tiempo hace?"(p.83)
Repasar unidad 10 
Repasar unidad 11 hasta Guillermo  Xiu (p.101).



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide