2C_Terugblik H2H4

Ontbinden in factoren betekent:
A
een vergelijking oplossen
B
de abc-formule gebruiken
C
tussen haakjes schrijven
D
geen idee
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Ontbinden in factoren betekent:
A
een vergelijking oplossen
B
de abc-formule gebruiken
C
tussen haakjes schrijven
D
geen idee

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions


A
-1
B
0
C
1
D
maakt niet uit

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Ontbind in factoren:


Begin met de factor met het kleinste getal.

21x2+6x+10=0

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Geef de oplossing voor de vergelijking


Begin met de kleinste oplossing. Gebruik geen spaties.

31a2+3a+6=0

Slide 4 - Open question

geef je antwoord ivv a=...Va=...
Beschouw de vergelijking


Als b=0 kan ik voor het oplossen van de vergelijking het beste ....... gebruiken
ax2+bx+c=d
A
de abc-formules
B
ontbinden in factoren
C
de bordjes methode
D
die kun je niet oplossen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Beschouw de vergelijking


Als je niet gemakkelijk kan vereenvoudigen naar a=1 kan ik voor het oplossen van de vergelijking het beste ....... gebruiken
ax2+bx+c=d
A
de abc-formules
B
ontbinden in factoren
C
de bordjes methode
D
die kun je niet oplossen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Beschouw de vergelijking


Als ik gemakkelijk kan vereenvoudigen naar a=1 én b is niet 0, kan ik voor het oplossen van de vergelijking het beste ....... gebruiken
ax2+bx+c=d
A
de abc-formules
B
ontbinden in factoren
C
de bordjes methode
D
die kun je niet oplossen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Geef de oplossing voor de vergelijking


Begin met de kleinste oplossing. Gebruik geen spaties. rond niet af. Een breuk schrijf je in de vorm a/b
5r26r+1=0

Slide 8 - Open question

geef je antwoord ivv a=...Va=...
Hoeveel oplossingen heeft een vergelijking als D>0?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de discriminant van de vergelijking:

D=......

5q2+4q+5=0

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Sleep de vergelijking die je kunt oplossen met AxB=0 naar het juiste vak:
Op te lossen met AxB=0

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Vereenvoudig zoveel mogelijk en ontbind dan in factoren:

2x26x=0

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Geef in woorden de abc-formule

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Is de grafiek van de formule een bergparabool of een dalparabool?

(x1)(2x)
A
Bergparabool
B
Dalparabool

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is de grafiek van de formule een bergparabool of een dalparabool?

(x+3)26
A
Bergparabool
B
Dalparabool

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Geef de coördinaten van de top van de parabool passend bij de formule:

(x3)(5x)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Als ik een parabool wil tekenen, wat is dan cruciaal om te berekenen?
A
Het snijpunt met de y-as
B
De coördinaten van de top
C
De oorsprong
D
Geen idee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik wil een parabool tekenen en ik heb de coördinaten van de top berekend. Stap 2 is een tabel maken en 3 waarden links van de top en 3 waarden rechts van de top berekenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de formule naar het juiste getal.

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Welke parabool gaat door de oorsprong?
A
y=3x28
B
y=3x2+8x
C
y=3x2+8x8
D
Geen van deze

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke parabool heeft de top op de y-as?
A
y=3x28
B
y=3x2+8x
C
y=3x2+8x8
D
Geen van deze

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Geef de coördinaten van de top:

y=3x28

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Geef de coördinaten van het snijpunt met de y-as:

y=3x2+8x8

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Bij welke formule is de parabool breder dan de parabool bij de formule
y=x24x+7
A
y=21x22x
B
y=3x2+6
C
y=x2+4
D
y=2x26x

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de formule zonder haakjes:
y=4(x4)216

Slide 26 - Open question

This item has no instructions