Denk zachtjes na over het antwoord en wacht tot de juf iemand de beurt geeft.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling les 1
Welke categorie is dit?
Denk zachtjes na over het antwoord en wacht tot de juf iemand de beurt geeft.
Slide 1 - Slide
Schrijf één centwoord op en wacht tot iedereen dit heeft gedaan.
Wil je iets vragen? Steek een stille vinger op.
Slide 2 - Mind map
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 11 - Open question
1. De juf noemt het woord op. 2. Je zegt het woord na. 3. Schrijf het woord op. Neem de tijd en controleer of je het woord goed hebt opgeschreven voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen het woord ingeleverd heeft.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
1. De juf noemt de hele zin op. 2. De juf noemt het eerste deel van de zin op. 3. Je zegt het eerste deel van de zin na en schrijft dit op. 4. De juf noemt het tweede deel van de zin op. 5. Je zegt het tweede deel van de zin na en schrijft dit op 6. Neem de tijd en controleer of je zin klopt voordat je het inlevert. 4. Wacht rustig af tot iedereen de zin ingeleverd heeft.