spreekwoorden en gezegden. 2 lessen (40 min)

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 1
Wat is het verschil tussen een spreekwoord, gezegde en uitdrukking? 

Welke kennen jullie al?

Slide 2 - Slide

Welk spreekwoord is er afgebeeld op de volgende foto's?

Slide 3 - Slide

Voorbeeld 1

Slide 4 - Slide

Voorbeeld 2

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 3

Slide 6 - Slide

Antwoorden
1. Tijd is geld = als je ergens lang over doet, kost dat geld
2. Groene vingers hebben = je kunt goed met planten omgaan, weet wat en wanneer ze nodig hebben
3. Appels met peren vergelijken = je kunt niet twee totaal verschillende dingen met elkaar vergelijken

Slide 7 - Slide

Letterlijke herkomst
  • steenrijk
  • kant en klaar
  • door de beugel kunnen
  • iemand de duimschroeven aandraaien (iemand in het nauw brengen met lastige vragen)
  • peperduur


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Zoek de spreekwoorden
op de zoekplaat!

Slide 12 - Slide

Wat dacht je van deze?
Of...

Slide 13 - Slide

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een wijsheid of tip.
    Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. 

  • Een uitdrukking is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
    Bijvoorbeeld: vlinders in je buik hebben. 

Slide 14 - Slide

 Spreekwoorden 

Een spreekwoord is onveranderlijk
Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde
Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. 
Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is). Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. 
Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’


Slide 15 - Slide

Uitdrukking 
Het is een overkoepelend begrip voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis
Je kan een uitdrukking veranderen van woordvolgorde.

Voorbeeld:
 'Er als de kippen bij zijn', kun je veranderen in; 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 16 - Slide

Gezegde
Vaste reeks woorden met een vaste betekenis.

Voorbeeld:  'met hart en ziel' en 'door dik en dun'.

Slide 17 - Slide

Verschil spreekwoord & uitdrukking & gezegde

Slide 18 - Slide

Les 2 
Weten we nog wat het verschil is tussen een spreekwoord, gezegde en uitdrukking? 

Test je kennis in de quiz! 
Na de quiz gaan jullie een opdracht doen in groepjes

Slide 19 - Slide

Klopt dit?
Een spreekwoord kan niet opnemen in een zin, maar een gezegde of uitdrukking wel.
A
Klopt wel
B
Klopt niet

Slide 20 - Quiz

Is dit een spreekwoord of gezegde?

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 21 - Quiz

Spreekwoord of gezegde?

Als het kalf verdronken is dempt men de put.
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 22 - Quiz

Spreekwoord of gezegde?

Eindelijk komt de aap uit de mouw.
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 23 - Quiz

De beurskoers van de Amerikaanse videogames-webwinkel GameStop gaat na een actie van Reddit-gebruikers door het dak.

Wat is het (spreekwoordelijk) gezegde?
A
gaat
B
door het dak
C
gaat door het dak
D
De beurskoers

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?
''Iemand het gras voor de voeten wegmaaien''
A
Spreekwoord
B
Gezegde

Slide 25 - Quiz

Spreekwoorden en gezegden hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
''Dat was op de valreep''
A
Spreekwoord
B
Gezegde

Slide 27 - Quiz

Spreekwoord, zegswijze of gezegde?

Zo dood als een pier
A
Spreekwoord
B
Zegswijze
C
Gezegde

Slide 28 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord, zegswijze of gezegde te vinden?

Ik zei nog zo tegen Abel: 'Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. '
A
spreekwoord
B
zegswijze
C
gezegde

Slide 29 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord, zegswijze of gezegde te vinden?

Younes maakte op de valreep de winnende treffer voor zijn club.

A
spreekwoord
B
zegswijze
C
gezegde

Slide 30 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord, zegswijze of gezegde te vinden?

Het lawaai op het feestje van Cleo liep de spuigaten uit.

A
spreekwoord
B
zegswijze
C
gezegde

Slide 31 - Quiz

Met de noorderzon vertrekken
A
Spreekwoord
B
Gezegde

Slide 32 - Quiz

Een nieuwsgierig Aagje:
spreekwoord, gezegde of uitdrukking?
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
gezegde

Slide 33 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Jong geleerd, is oud gedaan."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 34 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Het loont de moeite."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 35 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Met man en macht"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 36 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"van jetje geven"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 37 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Joost mag het weten."
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
Gezegde

Slide 38 - Quiz

Aan het werk!
  1. spreekwoord/gezegde/uitdrukking uitbeelden
  2. spreekwoord/gezegde/uitdrukking in emoticons noteren

Ik maak groepjes via Magister.

Slide 39 - Slide

opdracht 1 - spreekwoord/gezegde/uitdrukking uitbeelden
  • Kies een spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking.
  • Beeld dit uit. Dit kan met materialen of met selfies of ...
  • Maak er een foto van.
  • Stuur de foto naar mij via Magister

=> Kan de rest van de klas raden wat er wordt uitgebeeld?

Slide 40 - Slide

opdracht 2 - spreekwoord/gezegde/uitdrukking in emoticons noteren
  • Kies een spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking.
  • Zet dit om in emoticons.
  • Stuur de 'opgave' naar mij via Magister

=> Kan de rest van de klas ontcijferen wat er staat?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Aandachtspunten
Je mag kiezen voor de uitbeeld-opdracht of de emotie-opdracht.
Houd je werk geheim voor de overige klasgenoten. 
Je zorgt niet voor overlast binnen de school.
Half uur voor einde van de les ben je terug in het lokaal.

Slide 43 - Slide