This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H.3.3 Kruisingen
Slide 1 - Slide
Homozygoot
Hetzelfde
de 2 allelen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzlefde
Slide 2 - Slide
Heterozygoot
Verschillend
de 2 allelen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend
Slide 3 - Slide
Dominant of recessief
Het allel wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant allel = Bruin haar: hoofdletter
Recessief allel = Blond haar: kleine letter
Slide 4 - Slide
DUS
Als er een dominant allel aanwezig is komt die tot uiting in het fenotype (uiterlijk)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hoe geef je bij een kruising de ouders aan?
A
P
B
F1
C
F2
Slide 15 - Quiz
De ouders van de F2 zijn de
A
P
B
F1
Slide 16 - Quiz
Hoeveel generaties zijn P, F1 en F2 samen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Zwarte vacht = H (dominant) Witte vacht = h (recessief) Zwarte muis is homozygoot en wordt gekruist met een wit mannetje. Wat is het genotype van het mannetje?
Vraag 1
Slide 18 - Open question
De eicellen bevatten het allel H. Welk allel bevatten de zaadcellen?
Vraag 2
A
H
B
h
Slide 19 - Quiz
Welk genotype heeft de bevruchte eicel?
Vraag 3
Slide 20 - Open question
Welke haarkleur hebben de muizen in de F1?
Vraag 4
Slide 21 - Open question
Vraag 5
HH
Hh
Hh
hh
Slide 22 - Drag question
Hoe groot is de kans dat een nakomeling in de F2 homozygoot recessief is voor de haarkleur?
Vraag 6
Slide 23 - Open question
Hoe groot is de kans dat een muis in de F2 een zwarte vacht heeft?