1hv - Les 3 P2 - Kapitel 1 deel 2

1hv - Les 3 P2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1hv - Les 3 P2

Slide 1 - Slide

am 6.12.2021
Klassenarbeit
Kapitel 1 
Lektion 4, 5 & 6

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

 Hoofdletters in het Duits
  • Aan het begin van de zin
  • Namen: van bijvoorbeeld mensen, aardrijkskundige namen, maar ook van de dagen en maanden
  • zelfstandig naamwoorden

Slide 4 - Slide

ich bin schnappi, das kleine krokodil.
ich komme aus ägypten, das liegt direkt am nil .
zuerst lag ich in einem ei,
dann schnappte ich mich frei.
 
ich bin schnappi, das kleine Krokodil.
ich habe scharfe zähne und davon ganz viel.
ich schnapp mir was ich schnappen kann.
ich schnappe zu, weil ich das so gut kann.
herr karstenberg, haben sie zeit für mich?

mein großmutter hat angst vor spinnen.

Slide 5 - Slide

Het zelfstandig naamwoord

  • der: mannelijk  ♂
  • die: vrouwelijk  ♀
  • das: onzijdig    ☻
  • die: meervoud  •••

Slide 6 - Slide

... Bett
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

... Königin

A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

... Brötchen
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

... Glück
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

Grammatica- regel
Mannelijke woorden → ein                                ein Mann
Vrouwelijke woorden → eine                            eine Frau
Onzijdige woorden → ein                                ein Kind
Meervoudsvormen → keine                        keine Familie

Dus vrouwelijke woorden en meervoudsvormen krijgen een extra -e

Slide 11 - Slide

Welk onbepaald lidwoord?
... Stier
A
ein
B
eine

Slide 12 - Quiz

Welk onbepaald lidwoord?
... Kuh
A
ein
B
eine

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

mijn moeder =
A
mein Mutter
B
meine Mutter

Slide 15 - Quiz

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide