4M - Les 9 P2 - Grammatica Kapitel 3

4M Les 9 P2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4M Les 9 P2

Slide 1 - Slide

Periode 2
  9.12.2021 : Toets Kapitel 3

17.12.2021: Deadline spreekopdracht 1

Na de kerstvakantie:
spreekopdr. 2 en toets K3 & 4





-

Slide 2 - Slide

Toets Kapitel 3
Leerdoelen: 
woordenschat Lernbox 1 t/m 5

grammatica A : hoofdletters
grammatica B: persoonlijk voornaamwoord
grammatica C: sterke werkwoorden
grammatica D: het voltooid deelwoord



Slide 3 - Slide

STERKE WERKWOORDEN

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd

fahren  - laufen - lassen  - geben  - nehmen - schlafen

Slide 7 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
gebe
gibst
geben
gibt
gebt
geben

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Sterke werkwoorden in de verleden of voltooide tijd


  •  klankverandering
  • je kunt het hele werkwoord opzoeken mbv een lijst
  • dit moet je oefenen!
  • bijvoorbeeld in Learnbeat

Slide 11 - Slide

Vertaal: "Sie lud ihn ein."

Slide 12 - Open question

Ich habe das Bein gebrochen.

Slide 13 - Open question

Lisa aß nichts, außer ein kleines Brötchen.

Slide 14 - Open question

Früher schwamm er jeden Tag.

Slide 15 - Open question

Wir kamen nicht rechtzeitig.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ich habe ein Geschenk ... (voor u).
A
für Sie
B
für Ihnen
C
vor Sie
D
vor Ihnen

Slide 19 - Quiz

Sara, hast du ... (met hem) gespielt?
A
mit ihn
B
mit ihr
C
mit ihm
D
mit euch

Slide 20 - Quiz

Er hat ... (jou) eine E-Mail geschrieben?

A
du
B
dir
C
dich
D
euch

Slide 21 - Quiz

Die Tasche ist .... (van mij).
A
von mir
B
von dich
C
von mich
D
von ich

Slide 22 - Quiz

... (Zonder u) schaffen wir es auch!

A
Bis Ihnen
B
Bis Sie
C
Ohne Ihnen
D
Ohne Sie

Slide 23 - Quiz

(door mij) ... sind Tom und Lena zu spät!

Slide 24 - Open question

Der Kugelschreiber ist ... ... (van hem).

Slide 25 - Open question

A: Hoofdletters
  •  begin van de zin
  • namen (personen, maanden, aardrijkskundig)
  • zelfstandig naamwoorden
  • meneer/mevrouw

Slide 26 - Slide

ich bin schnappi, das kleine krokodil.
ich komme aus ägypten, das liegt direkt am nil .
zuerst lag ich in einem ei,
dann schnappte ich mich frei.
 
ich bin schnappi, das kleine Krokodil.
ich habe scharfe zähne und davon ganz viel.
ich schnapp mir was ich schnappen kann.
ich schnappe zu, weil ich das so gut kann.
ich bin schnappi, das kleine krokodil.
ich komme aus ägypten, das liegt direkt am nil .
zuerst lag ich in einem ei,
dann schnappte ich mich frei.
 
ich bin schnappi, das kleine krokodil.
ich habe scharfe zähne und davon ganz viel.
ich schnapp mir was ich schnappen kann.
ich schnappe zu, weil ich das so gut kann.

Slide 27 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je :

- wanneer je hoofdletters gebruikt in het Duits
- kun je de persoonlijk voornaamwoorden toepassen m.b.v. een schema
- wat sterke werkwoorden zijn
- welke veranderingen er optreden bij een sterk werkwoord
- kan je het hele werkwoord opzoeken m.b.v. een lijst

Slide 28 - Slide