Woordenschat blok 7

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 6

Taal: blok 7: Les 5 herhaling

-Kennen wij de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen en de betekenis hiervan.

-Kunnen wij een correcte zin maken met de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen van blok 5.

Aan het einde van de les:

Welke woorden heb je onthouden?

Quiz regels

30 sec overlegtijd bij elke vraag (fluistertoon)

Bij een goed antwoord                         +1 

Bij een fout antwoord                             0

Bij het verstoren van de les                 - 1

Winnaars                           20 pt 

Individuele vragen          2 pt

Wat is de betekenis van het woord: Het profiel

1. D achterkant van je gezicht
2. Ribbeltjes en putjes in een auto of schoenzool
3. De voorkant van je gezicht
4. De zijkant van je gezicht

Mat

Zinloos

De wijsheid

Woordenloos

Zonder nut

Zonder woorden

Zonder glans

Veel weten

Welke gezegde hoort bij de betekenis: 

In de war brengen?

Welke woord heeft de betekenis:
Vies van smaak

Wat is de betekenis van het woord:
De loper

1. Een lang smal kleed
2. Een sleutel die op een heleboel sloten past
3. Iemand die loopt of rent
4. Een lang smal tafel

Welk woord past bij de plaatjes?

Welk woord past het best bij het plaatje?

    De toren van Pisa is de... die ik ga bekijken.

Wat moet er op de stippenlijn komen?

De betekenis van de lijden is: zeggen wat er moet gebeuren.

1. Waar
2. Niet waar

welk woord heeft de betekenis: Als je iets niet kunt gebruiken ?

1. Onmisbaar
2. Onbruikbaar
3. Ongetwijfeld
4. Onbetrouwbaar

Door welk ander woord kunnen de dikgedrukte woorden worden veranderd?

''Aan je manier van kijken kan ik zien dat je boos bent''

Wat is de betekenis van het woord:
de patroon?

1. De reden waarom je iets doet
2. Steeds dezelfde figuren
3. Een huls met een kogel en kruit erin
4. Een bericht in een krant of tijdschrift

De gelegenheid

Het blik

Lijden

dun en plaatgemaakte metaal

De kans

Pijn of verdriet hebben

De betekenis van het woord: Opvangen?

1. Iets toevallig horen
2. Omhoog komen, groter beginnen te worden
3. Iemand verdedigen
4. Klaar staan om te ontvangen

Je maakt 3 zinnen met elk één themawoord/gezegde erin. 

Mix & Match je loopt rond in de klas en zoekt een maatje, je leest allebei één zin op en geeft elkaar feedback. (2x)

Duimpje omhoog of duimpje omlaag

Heb jij een correcte zin ?