Onnodige herhalingen / verwijswoorden

Formuleren
Pleonasme en Tautologie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formuleren
Pleonasme en Tautologie

Slide 1 - Slide

Wat is een pleonasme?

Slide 2 - Mind map

Wat is een tautologie?

Slide 3 - Mind map

Wat is op de volgende dia, in de zin, dubbelop?

Slide 4 - Slide

Een meerderheid van de militairen zou jongeren afraden om in deze tijd van buitenlandse missies niet te kiezen voor een loopbaan bij de krijgsmacht, omdat daar te veel misgaat.

Slide 5 - Open question

Wat is op de volgende dia, in de zin, dubbelop?

Slide 6 - Slide

In Italië geldt voor automobilisten de verplichting om buiten de bebouwde kom overdag dimlicht te moeten voeren; op een brommer is dat ook binnen de bebouwde kom verplicht.

Slide 7 - Open question

Wat is op de volgende dia, in de zin, dubbelop?

Slide 8 - Slide

De president kreeg van de pers veel kritiek op zijn uitspraken, maar steeds kon hij echter rekenen op waardering van de bevolking.

Slide 9 - Open question

Aan de slag
Pak je werkboek
havo: blz. 111, opdr. 4
vwo: blz. 109, opdr. 4

Slide 10 - Slide

Formuleren
Verkeerde verwijswoorden

Slide 11 - Slide

Wat is een verwijswoord?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Link

Theorie op bladzijde 183 en 184 in tekstboek
Filmpje met uitleg
Let op:
1. Het-woorden zijn onzijdig
2. De-woorden zijn mannelijk of onzijdig (vrouwelijk met een bepaalde uitgang, zie blz 183)
3. Gebruik ‘hen’ als lijdend voorwerp en na een voorzetsel.
4. ‘Hun’ als meewerkend voorwerp en als bezittelijk voornaamwoord
5. Verwijs met het woord ‘wat’ naar dat en datgene, naar een onbepaald voornaamwoord of naar een overtreffende trap
6. Naar dieren en dingen verwijs je met daar / waar+voorzetsel

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Pak je werkboek
havo: blz. 112, opdr. 5
vwo: blz. 110, opdr. 5

Slide 15 - Slide