What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
Blok 4 Grammatica
4.6 woordsoorten
-
lidwoorden (de - het -een)
- zelfstandige naamwoorden
(mensen - dieren - planten - dingen -
eigen namen)
4.7 bijvoeglijk naamwoord
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Blok 4 Grammatica
4.6 woordsoorten
-
lidwoorden (de - het -een)
- zelfstandige naamwoorden
(mensen - dieren - planten - dingen -
eigen namen)
4.7 bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Weet je het nog?
lw (lidwoorden) - de - het - een
znw (zelfstandig naamwoorden)
- mensen - dieren - planten - dingen - eigen namen
- je kan er een lidwoord voor zetten
bijvoorbeeld
kast - tas - boom - mond - gitaar - Amsterdam - Rijn - brood - tuin - docent - leerling - saus
Slide 2 - Slide
Wat is het lw en/of znw in de zin:
Ik loop elke dag naar de bakker
Slide 3 - Open question
Wat is het lw en/of znw in de zin:
Hij werd in de ochtend gewekt.
Slide 4 - Open question
Wat is het lw en/of znw in de zin:
Utrecht is een hoofdstad .
Slide 5 - Open question
Wat is het lw en/of znw in de zin:
Is dit een oefening?
Slide 6 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 7 - Slide
Blok 4 Grammatica
4.7 bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Slide
4.7 woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (znw)
Je voegt aan het znw kernerken of eigenschappen toe.
Bijvoorbeeld:
De jongen | draagt | een jas
De
nieuwe
jongen | draagt | een
leren
jas. |
nieuwe
en
leren
zijn bijvoeglijke naamwoorden (bnw)
de jongen is nieuw de jas is van leer
Slide 9 - Slide
Oefenen met
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Schijf steeds het bijvoeglijk naamwoord op.
Slide 10 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
Slide 11 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
gloednieuwe is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
De fiets is gloednieuw
Slide 12 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
Er zit een stevig slot op.
Slide 13 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Er zit een stevig slot op.
'stevig' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'slot'
het slot is stevig
Slide 14 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
Het lijkt mij een dure fiets
Slide 15 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Het lijkt mij een dure fiets
'dure' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
de fiets is duur
Slide 16 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
De gebakken aardappels zijn op.
Slide 17 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
De gebakken aardappels zijn op.
'gebakken' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'aardappels'
de aardappels zijn gebakken
Slide 18 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
Slide 19 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 20 - Slide
4.7 woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (znw)
Je voegt aan het znw kernerken of eigenschappen toe.
Bijvoorbeeld:
De jongen | draagt | een jas
De
nieuwe
jongen | draagt | een
leren
jas. |
nieuwe
en
leren
zijn bijvoeglijke naamwoorden (bnw)
de jongen is nieuw de jas is van leer
Slide 21 - Slide
Oefenen met
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Schijf steeds nu het bijvoeglijk naamwoord én het zelfstandig naamwoord op.
Slide 22 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Wij maken lange wandelingen.
Slide 23 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Wij maken lange wandelingen.
wandelingen is het zelfstandig naamwoord : de wandelingen
'lange' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'wandelingen'
de wandelingen zijn lang
Slide 24 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
In het donkere bos is iemand overvallen.
Slide 25 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
In het donkere bos is iemand overvallen.
bos is het zelfstandig naamwoord : het bos
'donkere' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'bos'
het bos is donker
Slide 26 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Zij maakte de mooiste foto's
Slide 27 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Zij maakte de mooiste foto's.
foto's is het zelfstandig naamwoord : de foto's
'mooiste' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'foto's'
de foto's zijn de mooiste
Slide 28 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Vanavond bekijk ik een spannende film.
Slide 29 - Open question
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Vanavond bekijk ik een spannende film.
film is het zelfstandig naamwoord : de film
'spannende' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'film'
de film is spannend
Slide 30 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Wat een heerlijk broodje was dat!
Slide 31 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Dit was een eenvoudige oefening
Slide 32 - Open question
Nu zelfstandig aan de slag
In lessonup staat de oefen les/toets klaar 'oefenen grammatica bnw blok 4'
Deze ga je nu maken.
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
November 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
maandag 11 februari
February 2019
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
January 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Grammatica blok 3 woordsoorten lw, bvn, znw, vz
April 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
February 2019
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten leerjaar 2
September 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Les 2 - woordbenoemen
September 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Blok 4 Spelling 4.9 BNW 2BK
March 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2